De grove den is een boom die wel 40 meter hoog kan worden. In een aangeplant bos kan het zover wel komen, want daar groeien de dennenstammen kaarsrecht omhoog. Als de bomen tenminste niet voortijdig gekapt zijn voor de productie van grenenhout.
Heel anders ontwikkelen dennen zich op vrijstaande plaatsen, zoals een heideveld of stuifzand. Daar staan ze bloot aan de wind en onder invloed daarvan krijgen ze een grillige groeivorm. Het zijn markante verschijningen in het open veld. Deze vrijstaande dennen worden vaak ‘vliegdennen’ genoemd, daar ze zijn ontstaan uit losse zaadjes die zijn komen aanwaaien.
Dennen zijn eenhuizig, dat wil zeggen dat mannelijke en vrouwelijke bloemen bij elkaar op een boom te vinden zijn. In het begin van de zomer (mei-juni) is het stuifmeel rijp, bij elke windvlaag zie je gele wolken van de den afwaaien. Ze bestuiven zo via de wind de vrouwelijke bloemen, die later de dennenkegels vormen.
Een rijpe dennenkegel wordt je niet zomaar. De bestuiving is het begin van een jarenlang proces. Pas een jaar na de bestuiving vindt de bevruchting in de bloem plaats en dan begint de jonge dennenkegel te groeien. Eerst nog groen, voorover overhangend en met de schubben stijf dicht. Na twee jaar zijn de kegels eindelijk rijp. Op een mooie voorjaarsdag springen ze open. Met een hoorbaar knisperend geluid opent de kegel zijn schubben en dan kunnen de gevleugelde zaadjes wegwaaien met de wind.
Dennen zijn zeer goed bestand tegen extreme omstandigheden: ze overleven op de meest arme, zure en droge zandgronden. Met hun wortels komen ze heel diep. De stevige naalden zijn ook aangepast aan overleving bij droogte: de buitenkant is voorzien van een beschermende waslaag, de kwetsbare huidmondjes zitten diep verborgen in een gleuf in de naald.
2 reacties
Hoi Ron,
Zoek eens op in natuurfotografie.nl: de drie gedaantes van de grove den. Jouw artikel een mooie aanvulling gr
Dank je Willem. Ik heb een link naar dit leuke artikel toegevoegd.