Menu

Onderdeel van Pixfactory

Heidelibellen

Heidelibellen zijn de libellen van de nazomer en het najaar. En anders dan de grotere keizerlibellen en paardenbijters zijn dit de libellen die het makkelijkst benaderbaar zijn met de camera. Graag zitten ze op een struik aan het water, maar evenzogoed daar ver vandaan. Dit zijn ook de libellen die voor verwarring zorgen.
heidelibellen
Bruinrode heidelibelvrouw op de heide van Terschelling. Ik kon deze verscholen zittende libel na enig manoeuvreren door een gat in de vegetatie fotograferen. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen

Heidelibellen determinatie

Op Waarneming en op Nederpix worden hun namen nogal eens betwist. Determinatie met alleen een foto is niet altijd eenvoudig. Vaak komt dat omdat het dier uit een verkeerd standpunt of van niet genoeg kanten is gefotografeerd.
Om aan de naam te komen probeer ik altijd een bovenaanzicht en een zijaanzicht waar ze helemaal opstaan te maken. Verder maak ik foto’s van de kop van links- of rechtsvoor. Van vrouwtjes is een detail van het achterlijf om de legschede goed in beeld te krijgen essentieel. Dan soms thuis het boek erbij.
Veel heidelibellen zijn zwervers en trekkers. Daarom is het zaak iedere libel te checken. Er kan zomaar een zuidelijke of meer noordelijke soort in je tuin zitten.

Een mannetje zwarte heidelibel zat met nog een soortgenoot vorig jaar bij mij in de tuin in Zoetermeer, ver van de heide. Herkenbaar aan de kleine gele vlekjes op de zijkant van het borststuk.
Een mannetje zwarte heidelibel zat met nog een soortgenoot vorig jaar bij mij in de tuin in Zoetermeer, ver van de heide. Herkenbaar aan de kleine gele vlekjes op de zijkant van het borststuk. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
Let op de kenmerkende grote gele basisvlek op de achtervleugel van dit mannetje geelvlekheidelibel. De zijstreep op het achterlijf is niet onderbroken.
Let op de kenmerkende grote gele basisvlek op de achtervleugel van dit mannetje geelvlekheidelibel. De zijstreep op het achterlijf is niet onderbroken. Fotograaf: Arjen Drost
Dit tafereel van grote groepen Zwervende heidelibellen komt uit Spanje. Waarschijnlijk is dit over een paar jaar ook bij ons gewoon.
Dit tafereel van grote groepen Zwervende heidelibellen komt uit Spanje. Waarschijnlijk is dit over een paar jaar ook bij ons gewoon. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
Behalve een oranje basisvlek in de vleugels zijn de eerste drie aders in beide seksen van de Zwervende heidelibel geel of rood. Ogen aan de onderkant blauw. De vlek, het pterostigma, in iedere vleugel is licht met een zwarte voor- en achterrand.
Behalve een oranje basisvlek in de vleugels zijn de eerste drie aders in beide seksen van de Zwervende heidelibel geel of rood. Ogen aan de onderkant blauw. De vlek, het pterostigma, in iedere vleugel is licht met een zwarte voor- en achterrand. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
Zijkant van het borststuk van de Zuidelijke heidelibel is geel met geen of zwak aangeduide donkere naden. Een lichte soort. In ons land pas recent inheems. Rukt langzaam noordwaarts op.
Zijkant van het borststuk van de Zuidelijke heidelibel is geel met geen of zwak aangeduide donkere naden. Een lichte soort. In ons land pas recent inheems. Rukt langzaam noordwaarts op. Fotograaf: Marcel Klootwijk
Bandheidelibellen zijn eenvoudig in beide seksen te herkennen aan de donkere vleugelbanden. Dit is een mannetje.
Bandheidelibellen zijn eenvoudig in beide seksen te herkennen aan de donkere vleugelbanden. Dit is een mannetje. Fotograaf: Arjen Drost
Bloedrode heidelibellen hebben zwarte poten. Het mannetje heeft een knotsvormig achterlijf. De Kempense heidelibel heeft ook zwarte poten, maar is veel zeldzamer.
Bloedrode heidelibellen hebben zwarte poten. Het mannetje heeft een knotsvormig achterlijf. De Kempense heidelibel heeft ook zwarte poten, maar is veel zeldzamer. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
Behalve de kenmerkende zwarte poten hebben vrouwtjes bloedrode heidelibellen een cilindrisch achterlijf. Het is de enige inheemse soort zonder legschede.
Behalve de kenmerkende zwarte poten hebben vrouwtjes bloedrode heidelibellen een cilindrisch achterlijf. Het is de enige inheemse soort zonder legschede. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
De Bruinrode heidelibel heeft geen hangsnor langs de ogen. Dit is een niet uitgekleurd mannetje.
De Bruinrode heidelibel heeft geen hangsnor langs de ogen. Dit is een niet uitgekleurd mannetje. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
De legschede van het vrouwtje Bruinrode heidelibel is klein en steekt nauwelijks naar onder uit.
De legschede van het vrouwtje Bruinrode heidelibel is klein en steekt nauwelijks naar onder uit. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
Steenrode heidelibellen hebben een hangsnor langs de oogbinnenzijde.
Steenrode heidelibellen hebben een hangsnor langs de oogbinnenzijde.
Detail van de ver afstaande legschede van het vrouwtje steenrode heidelibel.
Detail van de ver afstaande legschede van het vrouwtje steenrode heidelibel. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
Vrouwtje steenrode heidelibel met afstaande legschede met scherpe punt.
Vrouwtje steenrode heidelibel met afstaande legschede met scherpe punt. Fotograaf: Arno van Berge Henegouwen
De kempense heidelibel is onze zeldzaamste inheemse soort. Hij leeft op vennen in Brabant en België. Net als de bloedrode heidelibel met zwarte poten. De jizz is een fel bontgekleurde libel. Zie verder de boeken voor meer verschillen.
De kempense heidelibel is onze zeldzaamste inheemse soort. Hij leeft op vennen in Brabant en België. Net als de bloedrode heidelibel met zwarte poten. De jizz is een fel bontgekleurde libel. Zie verder de boeken voor meer verschillen. Fotograaf: Richard Rietbergen

Fototips

  • Libellen zijn in de eerste plaats oogdieren. Met hun bolvormige samengestelde ogen zien ze zowat alles wat beweegt. Ga er maar eens voor zitten en bekijk zo’n libel die op de uitkijk zit met een verrekijker. De kop beweegt in alle richtingen op zoek naar prooi. Zien ze wat, dan volgt een snelle jachtvlucht. De prooi wordt gepakt en snel opgepeuzeld, soms nog voordat de libel terug is op zijn uitkijkpost. Ze pakken niet heel grote prooien, vliegen of een wespje. Nog voordat de libel terug is op zijn post, is de prooi al verorberd en zie je zijn vleugeltjes naar beneden dwarrelen.
  • De beste momenten van de dag om libellen te fotograferen zijn vaak gekoppeld aan de soort. Nogal wat fotografen reageren lyrisch op met dauwdruppels overdekte dieren. Het voordeel is natuurlijk, dat de libel nog niet is opgewarmd en zich dan goed laat benaderen. Persoonlijk vind ik dat niet zo’n leuke fotografie. Op fotosites verveelt het mij al snel. Wil je de kenmerken goed laten uitkomen, dan moet je droge dieren fotograferen vanaf ongeveer een uur na zonsopgang. Overdag zijn ze het actiefst en moeilijker te ‘vangen’. Ik vind de twee uur voor zonsondergang de beste tijd. De libellen zijn moegevlogen en volgegeten en dan rest alleen nog toiletmaken voor de nacht. Dan kun je ze tot in het laatste avondlicht zien hangen in struiken of aan bomen. De meeste soorten hebben net als vogels vaste slaapplaatsen. Wil je alleen gave libellen op de foto, dan moet je niet te laat in het seizoen gaan. In oktober zijn veel libellen afgevlogen wat je ziet aan hun beschadigde vleugels. Maar ook daar zit weer een prettige bijkomstigheid aan. Omdat de sleet erin zit blijven deze ‘oude’ en vermoeide dieren langer op hun plek zitten. Met nog maar een vooruitzicht, de dood.
  • Scherpstellen doe ik op de kop en zo nu en dan kijk ik of ik de scherpte over het hele lichaam goed heb, want dan zit de lengteas loodrecht op de as van mijn lens. Daarna begin ik details te maken. De kop schuin van voren kan heel indrukwekkend zijn. Zo ook een detail van het zijborststuk en zo mogelijk daarna het achterlijf en de achterlijfspunt. Meestal heb je dan voldoende vastgelegd om de soort te herkennen.
  • Achtergronden en doorkijkjes maken libellenfoto’s spannender.
  • Libellen worden bewonderd om hun kleur, vorm en gedragingen. Die komen het beste tot uiting tegen een egale achtergrond. Het is heel mooi, wanneer je erin slaagt om de kleur van de achtergrond aan te laten sluiten op de kleuren van de libel. De uitdaging ligt hem in het omzichtig benaderen van de libel zonder dat deze verstoord raakt. Daarvoor moet je heel rustig bewegen en geen schaduw over het dier werpen. Bedenk, dat libellen als jagende dieren voortdurend alert zijn. Vliegt hij toch weg, dan rustig afwachten. Vaak komen ze terug op dezelfde stek of vlak in de buurt. Na een tijdje, zo is mijn ervaring, accepteert het dier je aanwezigheid en kun je rustig fotograferen. Dat brengt me tot nog een algemene tip: ga als beginnend libellenkenner niet lukraak rondreizen op zoek naar die speciale soort, maar beperk je tot een gebied. Dat goed leren kennen levert veel meer op. En niet alleen libellen.
  • Libellen zijn dieren van vrije uitkijkposten zoals plantentoppen, hekjes, prikkeldraad, enz. Een enkele keer willen ze wel wat meer verscholen zitten en zou je kunnen bekijken of een doorkijkje lukt. Zo’n foto met alleen de kop scherp en de rest van het lijf vaag of verborgen achter blaadjes krijgt een verrassende uitstraling.

Welke apparatuur?

Mijn voorkeur wisselt al naar gelang de omstandigheden. Libellen die opgewarmd zijn, laten zich moeilijker benaderen. Dan kun je beter voor een kleine macrolens van 100 mm of 150 mm kiezen. Heidelibellen zijn dan wel kleiner dan de veel grotere keizerlibellen en glazenmakers, met de 300 mm telelens op macrostand laten ze zich ook goed vastleggen. Met name in de vooravond wanneer ze gaan rusten.

Leefomgeving

In en langs permanente wateren. Sommige soorten hebben voorkeur voor verlandende zones of tijdelijk droogvallende wateren. Enkele (o.a. Zwarte heidelibel) zijn voor hun voortplanting gebonden aan vennen. Op zwervers moet je overal bedacht zijn.

Vindtijd

Van het vroege voorjaar tot in oktober, in sommige jaren nog in november. Ze pieken in augustus en september. Maar de soorten in deze groep kunnen op warme dagen nog tot in november actief zijn.

Meer weten?

Gelukkig wordt de determinatieliteratuur steeds beter. Om de verspreiding van libellen in kaart te brengen is het niet meer noodzakelijk om de Europese soorten te vangen en ter determinatie op te nemen in een verzameling. Ben je als fotograaf alleen in ons land actief, dan volstaat het om bij de KNNV de Veldgids Libellen aan te schaffen

Ga je de grens over, dan heb je meer aan de Dijkstra’s Libellen van Europa

En dan zijn er nog voldoende mogelijkheden op het internet. Ik heb in combinatie met de gidsen veel aan de determinatietabel van waarneming.nl.

Bescherming

Niet wettelijk beschermd.

Kwetsbaarheid

Geen, vermits hun leefgebied gewaarborgd is.

Verspreidingskaart

Klik hier voor een overzicht en de recente waarnemingen van de Nederlandse soorten.

En dan nog dit!

3 reacties

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

3 reacties

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: