De Latijnse naam van de gelderse roos is “Viburnum” en bij het horen van deze naam gaan veel tuinliefhebbers rechtop zitten. Het klopt, de gelderse roos is een wild familielid van de bekende tuinplant Viburnum of Sneeuwbal, die je in talrijke vormen in tuinen tegenkomt.
De gelderse roos is een hoge struik die in juni bloeit. Dan verschijnen de bloemen in platte tuilen aan de struiken. Als je goed kijkt zie je dat er twee soorten bloemen in de bloeiwijze te vinden zijn. Aan de buitenrand zitten grote opvallende witte bloemen. Dit zijn echter schijnbloemen, want ze zijn onvruchtbaar, meeldraden en vruchtbeginsels zal je tevergeefs zoeken. Midden in de tuil vind je kleine bloemen, die wel vruchtbaar zijn. Daaruit ontstaan later de bessen.
In de nazomer zie je de vruchten al verschijnen, die langzaam verkleuren tot ze uiteindelijk hun helderrode kleur hebben. De hele winter kun je deze kleurige bessen tegenkomen, daar ze maar weinig gegeten worden.
De rode vruchten hebben een muffe lucht en zijn bitter van smaak, de meeste dieren vinden ze daarom niet erg smakelijk. De uitzondering hierop is de pestvogel, dat is de grootste liefhebber van de bessen. Ook lijsters eten er wel van, maar pas als de vorst er overheen is geweest. Door de kou vormen de bessen extra suikers en kennelijk zijn ze dan pas lekker genoeg voor consumptie.