Het knopsprietje is zeer variabel in kleur. Alle combinaties van grijs, groen en bruin kun je tegenkomen. Soms zijn delen zelfs oranje. Naast de voelsprieten is het halsschild kenmerkend. De randen hiervan (kielen) zijn in bovenaanzicht sterk ingesneden en vormen een ‘X’.
Knopsprietjes zijn de vroegste soort die ’s zomers actief is. Ze zijn vanaf juni te vinden, maar blijven het hele seizoen actief tot in het late najaar.
Vaak zijn ze te vinden op de overgang van open zand naar de eerste begroeiing of op open plekken tussen de heide. Zelden in hogere vegetatie. Ze zitten vrijwel altijd op de grond. Als je het geluid van het knopsprietje leert kennen is de soort veel makkelijker te vinden.
Ondanks, of dankzij hun bonte uiterlijk hebben ze een opvallend goede schutkleur op de kale bodem. Kijk dus goed. Als ze opspringen, kijk dan goed waar ze landen en probeer ze langzaam te benaderen.
