Het bijzondere van hulst is, dat het de enige inheemse loofboomsoort is die zijn blad niet verliest in de winter. In het wild kom je hulst tegen in bossen, bosranden en houtwallen. Vaak zijn ze struikvormig en alleen in gunstige omstandigheden groeien ze uit tot flinke bomen die wel een paar honderd jaar oud kunnen worden. Kenmerkend aan de stam is de gladde schors.
Er zijn meer opmerkelijke eigenschappen. Zo zijn er bij de hulst mannetjes en vrouwtjes. In het voorjaar kun je aan de bloemen zien van welk geslacht de plant is. De mannelijke bloemen hebben vier meeldraden en staan in dichte groepen bijeen. De vrouwelijke bloemen staan wat losser van elkaar en in het midden van elke bloem zit een stamper, die de vorm heeft van een groen bolletje. Hieruit ontstaan de bessen. De hoofdbloeitijd is mei-juni, je kunt echter tot in het najaar wel bloemen aantreffen.
De bladeren zijn dik en stevig en voorzien van forse stekels. Het bladoppervlak is afgeschermd door een glimmende waslaag. Hierdoor is het blad goed beschermd tegen vraat en uitdroging. Toch zijn er beestjes die wel raad weten met het taaie blad. Het zijn gespecialiseerde insecten zoals de hulstvlieg. De hulstvlieg is een bladmineerder, die zijn eieren legt in het hulstblad. De uitgekomen larven vreten zich door het bladweefsel heen. Je ziet hun gangen als een bruingeel patroon op het hulstblad.

2 reacties
Wij hebben al meer dan 30 jaar een Hulst in de tuin staan, bijna 6 meter hoog en hangt altijd barstens vol met bessen. De bessen worden in record tijd opgegeten door vogels hier, voordat de winter begint is onze Hulst “kaal”.
Welke vogels komen bij jullie hulstbessen eten?