Vanaf maart is het raak

In onze voortuin staat een mooie aalbesstruik, die vanaf eind maart het domein wordt van de melige pruimenluizen. Vooral in het begin van het seizoen zijn ze goed te zien. De net uit het ei gekropen luizen verzamelen zich op knoppen bovenaan takken en zijn dan goed zichtbaar. Vaak bestaat zo’n kolonie uit enkele tientallen dieren. Duizenden en duizenden mintgroene tot gele, melige luizen bewonen dan de onderzijde van de bladeren van de boom, die vaak wat inkrullen als er een groot aantal bladluizen in zit. De antennen zijn iets langer dan het lijf. Vrijwel alle bladluizen zijn een groot deel van het jaar levendbarend, en dat geldt ook voor de melige pruimenluis. Als de jonge luizen (nimfen) groter worden groeien ze letterlijk uit hun velletje. Je ziet dan kleine witte huidjes op het blad liggen.

Olijfjes

In onze voortuin staan twee aalbesstruiken, waarvan een deel van de bladeren in te toppen van takken worden vervormd door kleine bessenluizen. Het ziet eruit alsof de bladeren ingekruld zijn. Dat is strategie van de luizen. Door de bladeren naar elkaar toe te krullen creëren de kleine bessenluizen een schuilplaats tegen predatoren. Kleine bessenluizen zijn, zoals de naam al aangeeft, klein van formaat en leven in bessenstruiken. Qua vorm zijn ze vrij dik en ovaal, waardoor ze aan kleine, donkergroene olijfjes doen denken. Bloedblaarluizen krullen de bladeren ook maar hebben een onopvallende, lichtgroene tot geelgroene kleur en een peervormig lichaam.

Levendbarend
Vrijwel alle bladluizen zijn een groot deel van het jaar levendbarend, en dat geldt ook voor de kleine bessenluis. De net geboren jongen zijn uiteraard een stuk kleiner, maar verschillen verder weinig van de volwassen luizen.. Als de luizen groter worden groeien ze letterlijk uit hun velletje. Je ziet dan kleine grijswitte huidjes tussen de bladeren liggen.

Volg de mieren
Een makkelijke manier om te bepalen waar de kleine bessenluizen zitten is om mieren (vaak wegmieren) te zoeken die over de takken heen en weer lopen. De mieren drinken het honingdauw van de bladluizen, wat hun belangrijkste voedselbron is. Volg de mier, dan vind je de bladluis. De luizen hebben er voordeel van: de mieren zullen hun voedselbron beschermen tegen vijanden.