In juli en augustus zijn de kleine roodoogjuffers op hun top. Daarmee zijn ze net iets later dan de verwante en sterk gelijkende grote roodoogjuffer. Deze heeft zijn optimum in juni. De helder rode oogjes komen bij beide soorten alleen voor bij de mannetjes, de vrouwtjes zijn wat minder opvallend. Vaak wat groenig en minder helder blauw dan de mannetjes.
Beide soorten kunnen ook heel goed tegelijk voorkomen en dan moet je goed letten op een paar kenmerken om beide roodoogjes uit elkaar te houden:
- de grote roodoogjuffer is (je raad het al) wat groter, 35-36 mm. De kleine roodoog is slechts 30-32 mm. groot.
- het mannetje van de kleine roodoogjuffer heeft op het achterste, blauwe segment een x-vormig figuur, de rode niet.
- Het tweede en achtste segment van het achterlijf zijn bij de mannetjes grote roodoog zwart, bij de kleine blauw aan de zijkant.
- De vrouwtjes kun je als volgt onderscheiden: de grote roodoogjuffer heeft wat roodbruine kleur in de bovenhelft van het oog, de kleine roodoogjuffer heeft een lichte ononderbroken schouderstreep.
In de ochtend kun je de uitsluipers vinden. Dat zijn de larven die uit hun huid kruipen en uitgroeien een volwassen waterjuffer. Vaak sluipen ze uit op plantenstengels die uit het water steken of langs de waterkant staan. Het is indrukwekkend om te zien en natuurlijk geweldig om dit proces helemaal vast te leggen. Het kan wel een paar uur duren voordat ze gedroogd zijn en wegvliegen. Hoe zonniger en warmer de dag is hoe sneller het proces dat ze veranderen in een prachtig juffertje.
Wat later in de ochtend als de volwassen juffers opgedroogd zijn van de dauw, zoeken ze elkaar op langs het water op een zonnige plek. De mannetjes jagen achter de vrouwtjes aan en klemmen zich vast op het vrouwtje. Dan vinden de paringen plaats, ze vormen dan een paringsrad, dit is een mooi moment voor een foto. Als dat gebeurd is vliegen ze samen in de zogenaamde tandemhouding weg over het water en gaan een plekje zoeken om eitjes af te zetten langs de waterkant of op drijvende waterplanten. Vaak vind je ze in groepen bij elkaar, wat een leuk gezicht is, net als bij de azuurwaterjuffer.