Kleine vuurvlinder

Is de zomer echt voorbij? Veel vlinders verdwijnen van het toneel vanaf september, maar gelukkig is er nog de de kleine vuurvlinder. Deze vrolijke fladderaar laat de zomer nog tot in oktober voortduren. Met zijn knaloranje vleugels spettert dit vlindertje door de bermen, tuinen en heidevelden. Een heerlijk contrast vormend met de bloemen waarop hij zit. Met een beetje geduld prima te benaderen om op de foto te zetten. En de moeite waard om tegelijk het gedrag van dit vurige diertje te bestuderen.
kleine vuurvlinder
Kleine vuurvlinder: een algemeen voorkomende vlinder die je steeds minder ziet. Fotograaf: Arjan Troost

De kleine vuurvlinder herken je aan de oranje voorvleugels met zwarte vlekken. De ondervleugel is juist donker en contrasteert met het oranje deel. Erg groot is het vlindertje niet, de voorvleugel is maar 13 mm lang. Door de geringe lengte en de opvallende contrasten tussen oranje en zwart herken je deze soort gemakkelijk.

Aan de kleur zie je het niet, maar de vuurvlinder behoort tot de bekende en grote familie van de blauwtjes, waartoe veel kleine blauwe vlindertjes als heideblauwtje en icarusblauwtje behoren. Het nauwst verwant zijn de zeldzame grote vuurvlinder (op waterzuring in moerassen) en de blauwe vuurvlinder (op adderwortel in beekdalen) die de oranje kleur eveneens bezitten. De kleine vuurvlinder is de enige die je nog in september of oktober kunt aantreffen.

De kleine vuurvlinder vliegt in drie generaties. Vanaf april kun je al de eerste vlinders zien vliegen, deze eerste generatie duurt tot begin juni. De tweede generatie is van juni en kan tot oktober doorlopen. De derde generatie is van september tot eind oktober.

De rupsen leven op zuring, vooral schapenzuring is een geliefde waardplant. Deze zuringsoort vind je op schrale zandige gronden in bermen en heiden. Ook veldzuring is in trek. De rupsen leven vooral aan de onderzijde van het blad. Let op de gaatjes (“raampjes”) die in het blad verschijnen en waardoor hij zich verraadt. Het zijn maar korte rupsjes, 15 mm, met een stompe voor- en achterkant waar je nauwelijks een kop of staart aan kunt onderscheiden. De kleur is groen met een paar kenmerkende purperen of roze strepen. De rups overwintert op de zuringplant of in het strooisel. Als het niet al te koud is, eet de rups ’s winters gewoon lekker door aan de zuringplanten.

kleine vuurvlinder
Kleine vuurvlinder op een bloem in de tuin bij avond, met strijklicht en donkere achtergrond. Fotograaf: Arjan Troost

Fototips

  • Probeer de vlinder met uitgespreide vleugels in één plat vlak te krijgen. Dan heb je zoveel mogelijk vlinder in het scherpe gebied.
  • Stel scherp op de kop, want daar valt je oog het eerst op.
  • Maak altijd een diafragma trapje. Afhankelijk van je soort objectief een serie foto’s tussen de f5,6 en f9.0.
  • Niet alles van de vlinders hoeft scherp te zijn, onscherpte geeft ook diepte en spanning in je foto.
  • Probeer vlinders in hun biotoop fotograferen, het is vaak spannender iets van de natuurlijke omgeving te zien.
  • Fotografeer je in de tuin: houdt dan goed in de gaten welke bloemen een mooi decor voor de vlinder vormen.
  • Een wisselend bewolkte dag is gunstig, omdat de vlinder dan vaker gaat zitten en de vleugels spreidt om warmte te halen uit het gedempte licht.
  • Benader de vlinder altijd op ooghoogte en met de lens voor je gezicht met één oog dicht. Je bent dan een mindere bedreiging dan met twee wijd open gesperde ogen van bovenaf.
  • Beweeg altijd traag met het dier mee.
Kleine vuurvlinder kun je op allerlei planten aantreffen in heiden en bermen. Fotograaf: Arjan Troost

 

Leefomgeving

Droge graslanden en heiden.

Vindtijd

In drie generaties van april tot oktober.

Bescherming

Niet wettelijk beschermd.

Kwetsbaarheid

Algemeen, niet kwetsbaar.

En dan nog dit!

Let ook eens op het gedrag van de kleine vuurvlinder. Het is een territoriale soort en het mannetje verdedigt zijn gebied van zo’n tien vierkante meter met verve. Vanaf een steen of een groepje bloemen verjaagt hij alle indringers zoals andere vlinders of insecten door er agressief omheen te vliegen. Als er een vrouwtje binnenvliegt wordt het anders, dan vertoont hij baltsgedrag en kan er paring plaatsvinden. Het bevruchte vrouwtje zie je later van bloem naar bloem vliegen om nectar te verzamelen, nodig voor de ontwikkeling van de eitjes.

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: