De éne krab is de andere niet. Je kunt beter van de soortgroep krabben spreken. Het is een van de meest voorkomende dieren onder water. In Nederland en België komen 38 soorten voor.
Krabben behoren tot de orde Decapoda, de tienpotigen. Daar vallen ook de kreeften, heremietkreeften en garnalen onder. Meestal zie je ook tien poten, maar bij sommige krabben zie je maar acht. Dat is de groep van Anomura, die hebben wel tien poten, maar de ‘laatste’ twee zijn meestal kleiner van vorm en verborgen in de kieuwkamer (onder het schild) om te worden gebruikt voor het reinigen van de kieuwen.
Tijdens elke duik kan je krabben zien. Afhankelijk van de soort zijn ze erg schuw tot totaal niet schuw. Ze komen voor op elke diepte en elke habitat. De grootte varieert van ca. één cm. klein, het erwtenkrabbetje, tot de maximaal 30 cm. grote noordzeekrab.
Krabben zie je het hele jaar rond. Maar er is een duidelijke piek in het najaar. In februari, als het water op zijn koudst is, is de kans het kleinst. Zeker in de Grevelingen.
Paartjes of parende krabben, hoofdzakelijk strandkrab en zwemkrabben, kunnen vooral in het najaar worden aangetroffen, met een piek rond september.