Voorjaarssoort
De noordse witsnuitlibel (Leucorrhinia rubicunda) is eigenlijk een karakteristieke libel voor de hoogveengebieden, maar komt ook op andere plekken voor. Hoogveengebieden zoals het Fochteloërveen, Engbertsdijksvenen of Bargerveen zijn wel de hotspots en daar kon je er duizenden tegelijk zien in het voorjaar. Maar de soort heeft het moeilijker, waarschijnlijk door de droge zomers van de afgelopen jaren. Het is een Noord-Europese soort met België als ondergrens en daar is de soort zeldzaam.

Kenmerken
Het zijn vrij kleine donkere libellen, waarbij de mannetjes rode vlekken hebben op het achterlijf. Bij vrouwtjes en bij heel jonge mannetjes zijn die vlekken geel. Ook de vlekken op het borststuk zijn of rood of geel getekend. De neus is opvallend wit. Op de basis van de achtervleugels zit bij alle witsnuitlibellen een donkere vlek.
De soort lijkt veel op de iets kleinere venwitsnuitlibel, maar deze heeft kleinere vlekjes. Je ziet ze wel vaak samen bij bosvennen. In het voorjaar zie je ze tegelijkertijd aan het water met o.a. viervlek, smaragdlibel en watersnuffel.

Na het uitsluipen vliegen ze in de omgeving van het water rond om te jagen en je ziet ze dan op de grond, of op stammen en takken om zich te kunnen opwarmen. Vanaf die opwarmplekken jagen ze op kleine vliegende insecten en keren vaak ook weer terug op die plekken. Dat zijn mooie momenten en leuke plekjes om ze goed te kunnen fotograferen.
