Zuid-Europese bezoeker
Van oorsprong komen pyjamaschildwantsen uit Zuid-Europa. Het zijn echt warmte-minnende dieren, en dat is ook de reden dat ze hier nu te zien zijn. Vroeger zag je ze hier niet, maar door klimaatverandering wordt het in Noord-Europa steeds warmer en kunnen ze zich nu ook hier eenvoudig handhaven. In 1996 werd de eerste pyjamaschildwants gezien. Sindsdien is het hard gegaan en zijn grote delen van Nederland veroverd. Alleen in het noorden en op de Waddeneilanden is de soort schaarser, maar dat zal waarschijnlijk een kwestie van tijd zijn.

Strepen en stippen
De volwassen wantsen zijn van boven gemakkelijk te herkennen aan hun rood-zwarte strepen. Het is niet voor niets dat de pyjamaschildwants ook wel pyjamawants, rood-zwarte streepwants en gevangeniswants wordt genoemd. Mannetjes zijn wat explicieter en feller gekleurd dan vrouwtjes, die soms meer oranjerood zijn dan felrood. Het contrast qua patroon met de onderzijde is echter groot: de buik van een pyjamaschildwants is niet gestreept maar gestippeld! De rode onderzijde is voorzien van een groot aantal zwarte stippen. Jonge wantsen lijken weinig op het volwassen stadium en zijn in het begin van hun leven bruin gekleurd.

Wantsen en kevers
Pyjamaschildwantsen kennen, net als alle andere wantsen een zogenaamde onvolledige metamorfose. Dat betekent dat de jonge dieren een aantal maal moeten vervellen voordat ze eruit zien als de volwassen dieren. Daarmee verschillen ze van kevers, die een volledige metamorfose kennen. Dat betekent dat de larve niet verveld en uiteindelijk verpopt. In totaal vervellen pyjamaschildwantsen vijf keer. Het voedsel bestaat voornamelijk uit plantensappen, maar ook dode dier en kleine levende dieren zoals bladluizen worden gegeten.












