De reuzenbalsemien kan wel twee meter hoog worden. Die lengte bereikt hij in één seizoen, want het is een eenjarige plant die zijn leven in het voorjaar als klein kiemplantje begint. Om zo snel te kunnen groeien heeft hij veel stikstof en water nodig. Slootkanten, bosranden, bermen zijn geliefde standplaatsen. Hij bloeit met pluimen waar 2-15 bloemen aan groeien.
Niet alleen de plant zelf, maar ook de bloemen en vruchten zijn groot. De bloemen worden wel 4 cm groot en hebben een wonderlijke onmiskenbare vorm. Ze worden wel policeman’s helmet genoemd, omdat ze met wat fantasie wel lijken op de helm van een bobby. Hun kleur varieert van wit tot donkerroze. Bijen en hommels weten de weg wel te vinden naar het binnenste van de bloemen, die een zoete geur verspreiden.
Niet alleen de bloemen maken nectar, ook de bladeren zijn voorzien van nectarklieren en helpen mee insecten te lokken.
De vrucht is een doosvrucht, die met vijf kleppen openspringt. Zoals gezegd zijn ze bij rijpheid bijzonder explosief, bij de geringste aanraking krullen de kleppen met kracht in elkaar en werpen hierdoor de zaadjes ver weg. In dit geweld laat de hele vrucht los van de plant en de resten kun je als schroot in de buurt terugvinden. In het latijn heet de plant niet voor niets “impatiens”, wat ongeduldig betekent.
Het verspreidingsmechanisme werkt blijkbaar goed, want de reuzenbalsemien heeft heel West Europa veroverd sinds zijn komst circa 1850. Hij is begonnen als ingevoerde sierplant in Engeland, maar verwilderde snel, zowel in Engeland als op het vasteland. Al een eeuw lang heeft hij in ons land de status “ingeburgerd”.