De rietgors is een zangvogel, die van april tot juli zijn eenvoudig liedje laat horen. Dat wil zeggen, het zijn de mannetjes die met hun drietonig liedje de vrouwtjes lokken. Met dit gezang bakent hij ook zijn territorium af en hij verdedigt zijn broedgebied fel tegen indringers. Het mannetje is dan op zijn mooist met een zwarte kop en witte halsband en baardstreep.
Het is een broedvogel van de natte gebieden. Door ontginning en ontwatering is de rietgors sinds de vorige eeuw vooral in de hogere delen van het land flink achteruitgaan, maar in de natte gebieden juist een toename te zien. Het aantal broedparen zit tussen 70-100.000. In de broedtijd leeft de rietgors van insecten, die zeer rijk aan eiwitten zijn en volop aanwezig in het voorjaar en de zomer.
Ook buiten broedtijd kun je de rietgors wel aantreffen. Ze blijven wat in de broedomgeving rondzwerven of trekken naar het zuiden. In de winter kun je in ons land dan weer vogels tegenkomen die uit Scandinavie zuidwaarts zijn getrokken. In het winterseizoen leeft de rietgors van zaden. Zijn stevige gorzensnavel is daar wel geschikt voor. Op zadenrijke velden zoals akkers, ruigten en braakliggende gronden kun je ze in kleine groepjes tegenkomen. Ze zijn dan niet zo gemakkelijk herkenbaar als in de zomer, het bonte zomerkleed van de mannetjes heeft inmiddels plaats gemaakt voor het minder opvallende winterkleed.
Eén reactie
Wat een prachtige foto’s en goede tips!