Groot rimpelmos groeit in rozetjes die je gemakkelijk kunt herkennen. Dat wil niet zeggen dat ze erg opvallen, de donkergroene blaadjes vallen vaak weg in de schaduwrijke hoekjes waar dit mos groeit. Een beetje eenkennig is dit mos wel, het verdraagt geen strooisel en concurrentie van andere mossen en planten. Je vindt het dus op wat open plekken of steile kantjes.
De langwerpige blaadjes zijn dwars gerimpeld, dat is met het blote oog al te zien. De bladrand is bezet met tanden, als je die wilt bekijken heb je wel een loep nodig. Een ander kenmerk is dat de bovenkant van de nerf bezet is met lamellen. Met de loep zie je dat als langwerpige donkere lijnen over de nerf.
Rimpelmos hoort tot de topkapselmossen, dat wil zeggen dat het sporenkapsel groeit aan het eind van de rechtop staande stengel van het mosplantje. Dit in tegenstelling tot de slaapmossen, waarbij de kapselsteeltjes langs de hele (kruipende) stengel omhoog komen.
De sporenkapsels kun je vanaf de herfst tot het volgend voorjaar vinden. De sporendoosjes staan op lange steeltjes. Het doosje zelf is langwerpig met een lange snavel. Bij rijpheid wordt het zwart. Vaak zijn de kapsels rood aangelopen wat een mooie kleur aan het mos geeft.
De hoeveelheid sporenkapsels varieert nogal. Soms zie je alleen de groene plantjes, een andere keer komen de sporenkapsels massaal voor. Ook per jaar kan het verschillen.