De roodgerande houtzwam kan een flinke omvang krijgen. De halfronde hoed kan soms wel 30 centimeter breed worden. Daar doet hij dan wel een paar jaar over. Jonge hoedjes zijn nog niet zo kleurrijk, licht geelbruin. Bij het ouder worden komt de rode kleur naar voren. Oudere hoeden zijn rijk aan kleuren: de buitenrand wit, dan een rode rand en de binnenste, oudste delen zijn mat grijsbruin tot bijna zwart.

De onderkant is vuilwit en bezet met gaatjes. Daar komen de witgekleurde sporen uit. Soms is de onderzijde bedekt met geelachtige druppels, de zogenaamde guttatiedruppels.

Het is een parasiet, die het vooral op de fijnspar heeft gemunt. Ook andere naaldbomen tast hij aan en bij uitzondering een berk of beuk. De schimmel veroorzaakt bruinrot en is dodelijk voor de boom. Als de gastheer dood is, leeft de zwam vrolijk verder als saprofyt en ruimt zo het eigenhandig gedode naaldhout keurig op.

Eén reactie
Mooie weergave van de zwam in zijn leefomgeving. Groet Carla