Menu

Onderdeel van Pixfactory

Rugstreeppad

Ze leven verscholen en graven zich graag in het zand. Je zult daarom rugstreeppadden niet snel zien. Wel kunnen de mannetjes heel hard kwaken, een rugstreepkoor is kilometers ver te horen. Niet alleen voor ons, maar ook voor de rugstreepvrouwtjes die er op af komen. En daar gaat het om!
Rugstreeppadden hebben een enorme kwaakblaas. Fotograaf: Paul van Hoof

Rugstreeppadden lijken veel op gewone padden, maar zijn wat kleiner en kleurrijker. Ze hebben een bruingrijze basiskleur met grijsgroene vlekken en een dunne gele streep over het midden van de rug. Vaak hebben ze rode wratten (klieren) op de rug en in de zij. De irissen zijn geelgroen.

Mannetjes hebben een grote kwaakblaas, als ze niet kwaken kun je dat nog steeds zien aan de keel die minder wit is. Verder hebben ze donkere eeltkussens aan de binnenzijde van de duim. Vrouwtjes zijn vaak groter.

Rugstreeppadden zijn echte pioniers. Ze houden van ondiep water met weinig vegetatie. Vaak zijn dat nieuwe of tijdelijke wateren. Hun hele leefwijze is hier op aangepast. Rugstreeppadden kunnen grote afstanden afleggen op zoek naar nieuwe wateren. Als ze die gevonden hebben gaan ze heel hard kwaken. Dat trekt andere mannetjes aan die mee gaan doen. Zo ontstaat een koor. Zo’n koor kan in een stille omgeving op een paar kilometer afstand te horen zijn. Zo trekken ze vrouwtjes aan en is een nieuwe populatie geboren.

De eisnoeren worden los in het water gelegd en niet om planten gewikkeld zoals bij de gewone pad. Ondiep water warmt snel op en de eitjes en larven ontwikkelen zich dan ook snel. Als hele kleine padjes trekken ze al vroeg in het jaar de kant op. Dat moet ook wel, want voor je het weet is die tijdelijke plas opgedroogd.

Ook op het land leven rugstreeppadden verscholen. Ze graven zich graag in, maar kunnen ook onder stenen of hout kruipen.

De voortplantingstijd is zonder meer de beste tijd om de dieren te vinden en te fotograferen. Zoek binnen het verspreidingsgebied naar geschikte locaties en ga ’s avonds terug om te luisteren.

Fototips

Rugstreeppadden zijn vooral ’s avonds actief na zonsondergang. Soms tref je ze overdag, maar dat is meer uitzondering dan regel. De grootste kans heb je op warme, vochtige avonden in het voorjaar.

Kwakende mannetjes zijn het meest fotogeniek met hun enorme kwaakblaas. Dit is meteen het lastigst, omdat het dier volledig op zijn gemak moet zijn om te kwaken. Het kost tijd en doorzettingsvermogen om kwakende mannetjes te fotograferen.

Storm je op het water af met je zaklamp dan zijn alle dieren weg. Doe dat dus langzaam. Bedenk vooraf waar je wilt gaan fotograferen en vermijd de rest van het water. Op een flinke afstand zullen er dan padden ophouden met kwaken, maar degene die verder weg zitten gaan door. Wacht geduldig tot ‘jouw’ dieren weer beginnen. Benader weer een stukje enzovoorts. Uiteindelijk lukt het om dicht bij te komen, zonder dat het dier weg gaat. En als je voldoende geduld hebt begint hij ook te kwaken terwijl je hem in de zoeker hebt en stoort hij zich niet meer aan je zaklamp.

Doordat je meestal ’s nacht zult fotograferen ontkom je niet aan flitsen. De ingebouwde flitser van je camera geeft zelden een mooi resultaat. Gebruik liever een externe flitser. Beter, nog, gebruik er twee, dan voorkom je storende slagschaduwen. Je kunt ook een flitsdiffusor gebruiken om het licht te verzachten.

Experimenteer eens met groothoekopnamen door de omgeving in de foto te betrekken. Dat is weliswaar lastig, maar kan mooie resultaten opleveren. In de schemer heb je mogelijk nog voldoende licht. Anders dien je te werken met lange sluitertijden. Zorg dan dat de camera stabiel staat en gebruik een draadontspanner.

Er zijn plekken waar rugstreeppadden worden overgezet tijdens de paddentrek. Als je mee kunt is dat een mogelijkheid om de soort te zien en te fotograferen. Natuurlijk gedrag zit er dan niet in, maar misschien kun je juist details vastleggen, die anders niet lukken.

Leefomgeving

Ondiepe wateren of wateren met flauwe, kale oevers. Altijd in de buurt van vergraafbare bodem, waar de dieren zich makkelijk kunnen ingraven. Dit kunnen vennen en duinmeertjes zijn, maar ook groeven en bouwterreinen.

Vindtijd

april – augustus met een piek in april – juni

Bescherming

Wettelijk beschermde soort.

Kwetsbaarheid

Waar rugstreeppadden voorkomen in natuurgebieden zijn deze kwetsbaar, zoek dus een plek waar je mag komen. Pas op als je door het water loopt dat je de dieren en de eisnoeren niet vertrapt.

Verspreidingskaart

Verspreidingskaartje waarneming.nl

En dan nog dit!

Waar kikkers zich springend voortbewegen doen rugstreeppadden dat lopend. Ze hebben heel korte achterpoten. En bij gevaar? Dan trekken ze een sprintje en rennen er als een muis vandoor.

Geef een reactie

Deze artikelen vind je vast ook interessant: