De sleedoorn is een algemene struik die deels wild en deels aangeplant te vinden is in bosranden, houtwallen, struwelen, parken en hagen. In het vroege voorjaar valt hij goed op door zijn uitbundige bloei, maar als de bloesem uitvalt verdwijnt hij ’s zomers onzichtbaar in het groene behang van de bosrand. Pas vanaf augustus zie je wat meer van de plant als de vruchten rijp worden en opvallen door hun blauwe kleur.
De familie waartoe sleedoorn behoort is de rozenfamilie. Je herkent dit aan de vijf bloemblaadjes en de uitgezakte bloembodem, waarin zich het vruchtbeginsel en talrijke meeldraden bevinden. Ook bevindt zich daar de geurige nectar. Uit de bloemboden groeit later de blauwe vrucht, die wel op een kleine pruim lijkt. Tot de rozenfamilie behoren vele bekende vruchtdragende soorten als appel, peer, kers, aardbei, braam of lijsterbes.

De Latijnse naam van sleedoorn is Prunus spinosa. Daar leer je twee dingen van. Allereerst de naam “Prunus”, dat betekent kers en is dus hetzelfde geslacht als vogelkers, inlandse kers, pruim en zoete kers. De sleedoorn is dus eigenlijk een kers! Ten tweede “spinosa”, dat betekent gedoornd. Daar kom je wel achter als je te dichtbij komt… De takken van de sleedoorn eindigen in scherpe punten, ook wel takdoorns genaamd, waaraan je je lelijk pijn kunt doen. Daardoor is een sleedoornhaag een haast ondoordringbare barrière.
Behalve voor de honingbij is de sleedoorn belangrijk voor veel diersoorten. Het is een veilige nestplaats voor zangvogels tussen de dichte takken en takdoorns. De vruchten worden graag gegeten door lijsters. Veel dagvlinders kom je tegen op de sleedoorn: kleine vos, dagpauwoog, gehakkelde aurelia en… de sleedoornpage. Deze laatste soort is zeldzaam en sterk van de struik afhankelijk daar de rupsen leven van het blad, de sleedoorn is de enige waardplant.
En voor de mens? De sleedoornpruimen zelf zijn niet te pruimen, ze zijn erg wrang van smaak. Pas na een nacht vorst worden ze iets zoeter en smakelijker. De vruchten zijn echter goed te gebruiken voor het maken van jam of sap of om er sleedoornbrandewijn of slivovitsj van te maken.
