Hoornaar?
Een forse stadsreus haalt een grootte van meer dan 2 cm. In combinatie met het zwart-gele achterlijf, het roodbruine borststuk en de forse kop heeft het dier wel wat weg van een hoornaar, in ieder geval qua kleur. Het nabootsen van een soort met als doel je eigen overlevingskansen te vergroten heet mimicry en dat is precies wat een stadsreus doet. Stel, je hebt als vogel een nare ervaring met een hoornaar gehad, dan laat je het wel uit je hoofd om de volgende keer weer achter zo’n beest aan te gaan. Niet voor niets werd de stadreus vroeger ook hoornaarzweefvlieg genoemd.
Zweefvliegen verschillen van wespen door onder andere het aantal vleugels. Zweefvliegen hebben maar één paar vleugels, wespen hebben er twee. Dit is bij de stadsreus heel goed te zien, omdat deze de vleugels altijd gespreid houdt. Wespen vouwen hun vleugels vaak op hun rug waardoor het aantal vleugels niet goed te zien is.
Stadsdier
Maar waar komt die naam stadsreus nu vandaan? Dat heeft te maken met de locatie waar je de grootste trefkans hebt: de stad. De stadsreus heeft een voorkeur voor stedelijk gebied, met name locaties waar vlinderstruiken, ijzerhard en andere buisbloemigen te vinden zijn. Soms kan het gebeuren dat je op één vlinderstruik wel drie of vier stadsreuzen vind. Ook koninginnekruid, gewone berenklauw en klimop worden vaak bezocht.
Makkelijk te benaderen
Het lijkt erop dat de stadsreus flink vertrouwt op zijn camouflage. In tegenstelling tot veel andere soorten zweefvliegen is een foeragerende stadsreus vrij makkelijk te benaderen, zeker wanneer ze op een vlinderstruik zitten. Ook zitten ze vaak op bladeren of takken, soms in de nabijheid van een wespennest.
Stadsreus in wespennest
Als je een wespennest in de tuin of huis hebt, dan heb je een extra grote kans op stadsreuzen tegen te komen. Stadsreuzen leggen namelijk hun eitjes in wespennesten. Veel zweefvlieglarven eten enkel bladluizen, maar stadsreuslarven eten organisch materiaal in het wespennest, tot dode wespenlarven aan toe. De levende larven laten ze met rust. De stadsreuslarven overwinteren in het door de wespen verlaten nest en verpoppen vanaf eind mei tot een nieuwe generatie stadsreuzen.
2 reacties
Spelen met Stadsreus
Ik was erg onder de indruk toen ik voor het eerst een Stadsreus zag. De grootste en indrukwekkendste zweefvlieg onder de zweefvliegen. Maar een goede foto van het beest maken dat lukte in het begin niet. Er achteraanrennen als hij ergens ging zitten bleek geen goede optie. Voorzichtig benaderen ook niet. Maar daar kwam jaren later verandering in.
In 2023 had ik een bijzondere confrontatie met een Stadsreus. Het beest zat te zonnen op een blad van een boom dat ongeveer ter borsthoogte van mijzelf was. Een ideale positie dus. Ik liep er voorzichtig naartoe en uiteraard had het beestje mij snel in de gaten. Hij draaide steeds bij in de richting waar ik stond zodat hij mij goed kon zien.
Toen ik mijn camera in de aanslag bracht vloog hij er snel vandoor. Jammer dacht ik nog. Volgende keer beter. Maar die volgende keer kwam al snel want hij maakte een rondje en landde weer op hetzelfde blad. Het ritueel herhaalde zich een aantal keren.
Toen kreeg ik een ingeving. Ik hield mijn camera alvast in de aanslag en wachtte tot hij weer terugkwam van zijn rondje. Vanaf dat moment ging het geweldig. Vanuit allerlei posities maakte ik prachtige foto’s en ik wist dat als hij wegvloog hij toch weer terugkwam.
Toen ik genoeg foto’s had zat de Stadsreus nog steeds parmantig op hetzelfde blad mij aan te kijken. Wie heeft nou met wie gespeeld dacht ik toen ik tevreden op zoek ging naar een nieuw ‘slachtoffer’ om te fotograferen.
Mooi verhaal, en het klopt inderdaad dat sommige soorten een vast ritme hebben qua plantbezoek. Nooit geweten dat een Stadsreus dat ook deed!