Het is een zonnige lentedag in april, ik word gebeld door een fotografiemaatje met de mededeling dat ze tegenover dé zeldzame tauvlinder (Aglia tau) ligt! Ik spring in de auto en rij zo snel, maar ook zo verkeersvriendelijk mogelijk naar een specifiek stukje bos op de Veluwezoom. De tauvlinder is een zeldzaamheid en sinds ik naast de Veluwezoom woon staat deze soort erg hoog op mijn wensenlijstje. Jaren heb ik tevergeefs in het voorjaar naar deze soort gezocht, zou het vandaag dan eindelijk lukken? De tauvlinder is geen dagvlinder, maar een heuse dagactieve nachtvlinder uit de familie nachtpauwogen. In de groep nachtvlinders, ook wel motten genoemd, zitten ware schatten. Menig natuurfotograaf heeft ze al ontdekt, het enthousiasme over de schoonheid van sommigen is dan ook groot.
We lopen in een oud heuvelachtig beukenbos dat op dat moment uitloopt met frisgroen blad. Daar zien we ze opeens vliegen: grote okergele, bruinoranje vlinders, zeker vijf stuks! Ze hebben een spanwijdte van 60 tot 84 millimeter, een flinke vlinder dus. Ze vliegen hard, zigzaggend en onregelmatig. Met mijn telelens probeer ik ze direct te fotograferen, maar tevergeefs. Ik kom heel snel tot de conclusie dat het onmogelijk is om ze in vlucht vast te leggen. Ze vliegen dicht bij de grond en verdwijnen zo snel tegen de achtergrond. Stil zitten, echt niet! Want dit zijn allemaal mannetjes op zoek naar rustende vrouwtjes. De vrouwtjes zie je overdag niet vliegen, die zitten dan op stammen dicht bij de bodem en lokken de mannetjes met hun sekslokstoffen (feromonen). In de schemering of nacht vliegen ze wel.
Ineens zijn alle vlinders verdwenen op wat bonte zandoogjes na, heel vreemd! We inspecteren wat takken op de grond waar ze in rust aan gaan hangen, maar ze lijken van de aardbodem verdwenen. Ineens in de verte vliegt er één, toch? Hij vertoont totaal ander gedrag, het cirkelt minuten lang rustig van links naar rechts laag boven de grond. Hij landt even, maar vliegt gelijk weer op. Dit gebeurt meerdere keren. Zijn gedrag verklaart dat hij een geschikt rustplekje aan het zoeken is.
Intussen doe ik mijn uiterste best om hem in het vizier te houden. Speurend kijk ik waar ik hem voor het laatst heb gezien en ja hoor daar hangt de tauvlinder, wat een schutkleuren! Mijn grote wens is een groothoekfoto van de tauvlinder, dat zal nu toch moeten lukken. Als ze eenmaal hangen heb je ten eerste alle barstens veel geluk en ten tweede tijd.
Door mijn zoeker bekijk ik zijn fijne details. De tauvlinder heeft prachtige bruinoranje geveerde antennen wat bewijst dat het een nachtvlinder is. De kleuren aan de onderzijde van de vleugels zijn warm gekleurd met een mengelmoes aan tinten van bruin, beige, geel, oranje en oker. Het achterlijf is licht gekleurd met daarop nog lichtere horizontale, dunne banden. De poten en de T-vormige vlek in het midden van de vleugel zijn wit. Minimaal een half uur hangt dit mannetje zonder enige verroering ondersteboven aan het beukentakje. Ik maak de één na de andere prachtige foto, maar het mooiste moet nog komen! Uit het niets begint hij hevig te beven en te trillen, dit doen ze met behulp van kleine spiertjes. Het doel hiervan is om weer tot de juiste temperatuur te kunnen komen om weg te vliegen. Bijzonder om te zien, maar de keerzijde is dat ik afscheid moet nemen, want binnen enkele minuten zal hij gevlogen zijn. Het afscheid is prachtig; hij opent zijn vleugels en ik zie zijn kleurrijke bovenkant, dit is de schoonheid waar ik jaren naar zocht. Vrouwtjes zijn overigens wat geler en lichter van kleur. Een zwart golvende ban aan de onderkant en vier perfect symmetrisch gepositioneerde zwart omringde ogen met daarin een prachtige kleur blauw en de bekende T-vorm. Daar gaat hij, compleet van de wereld kijk ik om mij heen en tot mijn verbazing zie ik overal weer tauvlinders rondvliegen. Ze hadden dus gewoon even pauze. Ik pak mijn tas en terwijl ik naar de auto loop bel ik mijn vriendin. Uitbundig vertel ik en ineens overvalt het me; mijn stem valt weg en tranen komen tevoorschijn. Wat een nachtvlinder met een ‘stoere’ volwassen man kunnen doen, bijzonder!
De volwassen vrouwtjes zetten roodbruine eitjes af op hun waardplant, vooral de beuk. Nadat de rupsen zijn uitgeslopen zoeken ze een schuilplaats onder de bladeren. De rups is groen en heeft meerdere kameelachtige bulten op zijn rug. Over de lengte loopt een horizontale geelwitte streep met dezelfde kleur kleine vlekjes. Jonge rupsen hebben hun eerste drie stadia vijf opvallende, doornachtige wit rode uitsteeksels op hun rug, deze ontbreken in hun laatste stadia. De verpopping en het overwinteren gebeurt in een losse cocon in de strooisellaag in het bos.
6 reacties
Dankjewel Silvana! Leuk om te horen en zonder jou had ik geen tauvlinder gezien ?
Geweldig Danny, zowel het artikel als de foto’s. En wat fijn dat deze droom in vervulling is gegaan!
Het lokken van dieren met licht is niet toegestaan in de wet flora en fauna en is het daarom zeker op deze site niet verstandig om dit te aan te moedigen. Verder zijn terreinen tussen zon op en ondergang gesloten voor publiek.
Lees de wetgeving eerst wat beter
Leuk je artikel over de tauvlinder. Mooie foto’s !
Dankjewel Hans! ???