Het is zaterdag 13 juni 2021, slaperig zit ik in de auto naast mijn vriendin, want ik lag pas na 03.30 uur in bed, omdat een grote keizerlibel precies deze nacht besloot uit te gaan sluipen. Een bezoek aan de kerkuilen stond gelukkig op een normale tijd gepland. Onderweg naar Jaap, een uilenkenner die ons meeneemt naar wilde kerkuilen. We stoppen bij een afgelegen boerderij in het buitengebied en lopen direct naar een grote schuur. Voordat ik het wist was de eigenaar enthousiast omhoog geklommen en zat hij al in de nok van de schuur. Hij kwam naar onderen met twee jonge kerkuilen, de tyto alba. Waanzinnig! Binnen enkele minuten waren ze binnen handbereik, wat voor mij een verre droom was. Generatie op generatie zitten ze al 30 jaar op deze plek, kerkuilen kunnen zonder verstoring erg honkvast zijn. Ik huppelde enthousiast naar de kerkuilen toe en daar zaten ze. Oog in oog, mijn blauwe ogen en haar grote zwarte ogen. Het was geen illusie, ze leven echt in het wild. Ook in jouw provincie, want ze komen namelijk in heel Nederland voor.
De jonge kerkuilen worden voorzichtig en met veel liefde naar een geïmproviseerde tafel getild om gemeten en gewogen te worden. Een typisch klein notitieblokje vol met cijfers komt tevoorschijn uit een erg interessant koffertje. Een grote ring met allemaal genummerde aluminium ringetjes eraan ligt op tafel en met een tangetje wordt voorzichtig de eerste ring bevestigd om het pootje. Jaap vertelt mij dat de jongen aardig volgroeid zijn en dat ze daarom nu geringd kunnen worden. Geen plastic ringetjes, nee dat is voor uilen in gevangenschap. De wilde krijgen aluminium ringetjes zegt hij. Ik kijk mee over zijn schouders en twee grote, zwarte ogen in een hartvormig, spierwit gelaat staren mij aan. Rondom de ogen lijkt er vuil te zitten, maar het zijn bruine veertjes. Twee grote, vlijmscherpe klauwen steken naar voren. De vleugels worden gemeten en ik zie een mix van asgrijze, witte, bruine en goudgele kleuren net zoals op de rug en buikzijde. De vleugels zijn bovenin zwartwit gespikkeld met daaronder bruine banden. Deze banden worden door experts gebruikt voor geslachtsbepaling. Een vrouwtje heeft een rechte lijn aan bandjes en bij een mannetje is het meer zigzaggend. Dit is anno 2021 pas vijf jaar bekend, bizar! De kerkuil is ongeveer 35 centimeter groot en heeft een vleugelspanwijdte van 82 – 99 cm.
Je zult de kerkuil overdag niet snel zien, maar toch leven ze dichtbij de mens, het zijn namelijk echte gebouwenbroeders. Overdag broeden ze voornamelijk in schuren bij boerderijen. Soms broeden ze in holle bomen. Desondanks de naam vindt je kerkuilen tegenwoordig helaas nauwelijks nog in kerktorens door stads- en dorpsuitbreidingen. Weet je een broedplek, dan zal je ze nog niet snel zien. Jaap vertelde mij ter plekke dat de ouders van dit stelletje momenteel ergens op een andere donkere en stille plek zitten. Dat kan een paar kilometer verderop zijn van de nestkast, maar ook op hetzelfde terrein. Kerkuilen leiden een teruggetrokken leven, overdag rusten ze uit van de nacht. Ze jagen namelijk s ’nachts op open en halfopen landschappen op hoofdzakelijk veldmuizen, die zijn favoriet. Een klein vogeltje en grote insecten gaan er ook wel in en zelfs een kikker las ik in de nieuwsbrief van de Kerkuilenwerkgroep Nederland. Kerkuilen jagen op hun gehoor, midden in de nacht, bij volledige duisternis zien ze namelijk helemaal niets. Hun oren zijn hiervoor sterk ontwikkeld en kunnen net zoals de bij de oren van een hond alle richtingen opdraaien. Waarbij zelfs één oor (de rechter) hoger zit, hierdoor reageren ze nog sneller op geluid. Ze vliegen geruisloos door speciale vleugelpennen (zie foto 4). Niet zo gek dat we ze weinig zien, dat maakt het fotograferen van deze soort dan ook erg lastig.
Strooi geen gif op je terrein tegen muizenoverlast, een paartje kerkuilen kan dit probleem ook oplossen. Zo voorkom je vergiftigde en uiteindelijk dode uilen. Ook in het verkeer vallen er helaas veel slachtoffers. Tegenwoordig zie je speciale kerkuil palen langs de weg, deze staan verder van de weg af en zijn hoger dan de bekende hectometerpaaltjes. De hoogte en afstand bevordert hun vlucht zodat ze minder snel worden aangereden. Alle hulp en zorg vertelt dat het relatief goed met ze gaat, maar hulp blijft altijd welkom!
Intussen zijn beide jongen volledig gecheckt en mag ik ze kort fotograferen. Ik vraag nog even of ik het uiltje mag vast pakken. Helaas geen goed moment, om dat te laten blijken wordt er een goede snee in de vinger achtergelaten bij een collega van Jaap. Geen knuffeldieren, nee echt wild en dat besefte ik mij direct weer. Stomme vraag Danny, laten we het wild houden! Tenslotte wil ik Jaap nog bedanken voor deze mogelijkheid en tot onze volgende afspraakje!
5 reacties
Wat een geweldige website heb je Danny en wat een toffe ervaring om de kerkuilrn Vannoppen dichtbij mee te maken. Genoten van dit en je andere verhalen
Hallo Danny.
Leuk geschreven artikel.
Is het een optie om dit evt te plaatsen in onze digitale nieuwsbrief?
Hartelijke groet,
Ruud.
Voorzitter Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland.
Hallo Ruud,
Dankjewel, erg leuk om te horen! Wat mij betreft prima. Als je mij een mailtje wilt sturen met jullie e-mailadres? Dan zorg ik dat je de tekst en de foto’s doorgestuurd krijgt. Mijn emailadres is dannyslijfer@hotmail.com
Vriendelijke groet, Danny Slijfer
Wat een belevenis Danny! Ik kan me voorstellen dat je hebt lopen stuiteren! Gave foto’s ook!
Dankjewel Pauline!! Hahaha ja dat gestuiter.. lastig voor de foto’s, maar het was waanzinnig om ze van dichtbij te mogen zien! Dankjewel voor je berichtje!