De vingerhelmbloem komt vooral in de zuidelijke landen van Europa in het wild voor, ook in België, Zuid Limburg en de binnenduinen. In een groot deel van Nederland is de soort vooral bekend als stinsenplant. Dat betekent dat de plant daar van oorsprong ingevoerd is door landgoedeigenaren en bedoeld om het bezit wat op te fleuren. De soorten die zich soms al eeuwenlang als stinsenplanten weten te handhaven worden wel als ingeburgerd beschouwd en maken daarmee toch deel uit van de wilde flora van het land. De leuke bloemen zijn ook populair bij tuinliefhebbers en zijn daarom ook wel te koop als knolgewassen in de tuincentra.
De bloemetjes van vingerhelmbloem zijn prachtig om te zien. De zachte roze met witte tinten, de boven- en onderlip, de omhoog gerichte spoor. Een kenmerk van deze soort is de vorm van het schutblaadje dat zich onder elke bloem bevindt. Dat is in diepe slippen gedeeld en doet denken aan de vorm van een hand. Vandaar de naam: vingerhelmbloem. Hiermee onderscheidt deze soort zich van een verwante stinsenplant, holwortel. Deze lijkt best veel op vingerhelmbloem, maar is wat forser en heeft geen handvormig ingesneden schutblaadjes.
De soort behoort tot de familie van de papavers. De verwantschap met bijvoorbeeld een klaproos zie je niet direct. Wel kun je goed de overeenkomsten zien met een andere en algemenere bosplant, de rankende helmbloem. Die soort heeft witte bloemen en kun je het hele jaar aantreffen.
