De vuursalamander is de enige landsalamander in Nederland en België. En wat voor één. Een fors beest met een zwarte basiskleur met fel gele, onderbroken lengtestrepen en vlekken. De dieren hebben een rond lichaam met een ronde staart. De huid is glad en doet wat leerachtig aan.
De soort is nooit algemeen geweest. Dat heeft alles te maken met zijn leefgebied. Hij komt voor in kalkrijke en vochtige hellingbossen met bronbeekjes. In Nederland zijn dergelijke omstandigheden alleen op een enkele plek in Zuid-Limburg te vinden. In België komt het geschikte biotoop al veel vaker voor in, met name in de Ardennen. Hier is de vuursalamander al een stuk minder zeldzaam. Maar de soort komt voor in een groot deel van Europa. Zoveel, dat er verschillende ondersoorten worden onderscheiden, die elk een andere kleur of tekening heeft.
Meer dan ooit is voorzichtigheid geboden! Blijf weg bij de getroffen populaties. Wees ook in andere leefgebieden extra voorzichtig. Raak de dieren niet aan en ga vervolgens zeker niet naar andere leefgebieden waarbij je onbedoeld de schimmel zou kunnen verspreiden.
Mocht je een dode vuursalamander tegen komen, meld dat direct bij stichting Ravon.
Vuursalamanders zijn bijna het hele jaar te vinden zolang het niet te koud is. Vochtigheid is veel belangrijker. Vuursalamanders zijn nachtdieren. De kans om ze overdag tegen te komen is klein. ’s Nachts lopen de dieren op open plekken en over paden en wegen, op zoek naar voedsel en partners. Dat kan dan in groten getale zijn. Het beste is een zwoele avond na een fikse bui. Dat is tevens de beste kans om ze te fotograferen.
Het afspeuren van bronpoeltjes kan larven opleveren. Ze zijn te herkennen aan gele vlekken op de poten. Volwassen dieren vind je echter niet in het water. Vuursalamanders houden niet van water en kunnen nauwelijks zwemmen.
De vuursalamander legt geen eitjes maar zet de larven rechtstreeks af in het water. Ze doen dit door alleen het achterlijf in het water te steken.