Ze zien er met hun zwart-rode kleuren gevaarlijk uit, maar niets is minder waar. Vuurwantsen zijn onschuldige wantsen die hun kleuren gebruiken om potentiële predatoren af te schrikken. Van oorsprong komen vuurwantsen uit Zuid-Europa. Het zijn echt warmte-minnende dieren, en dat is ook de reden dat ze hier nu te zien zijn. Vroeger zag je ze hier niet, maar door klimaatverandering wordt het in Noord-Europa steeds warmer en kunnen ze zich nu ook hier handhaven. Begin jaren 90 kreeg de vuurwants echt voet aan de grond in NL, nu is het een behoorlijk algemene soort geworden, vooral in steden en op zandgronden.

Vuurwantsen kennen een zogenaamde onvolledige metamorfose. Dat betekent dat de jonge dieren een aantal maal moeten vervellen voordat ze eruit zien als de volwassen dieren. In het eerste stadium zijn de jongen kleine rode kevertjes met een zwarte kop, die per fase een iets ander uiterlijk krijgen. In totaal vervellen vuurwantsen vijf keer. Volwassen vuurwantsen zijn eenvoudig te herkennen aan hun markante tekening, dat doet denken aan een dodenmasker. Het voedsel bestaat voornamelijk uit plantensappen, maar ook dode dier en kleine levende dieren zoals bladluizen worden gegeten.


Vuurwantsen staan bekend om hun zeer langdurige paring. Ze zitten dan met hun achterkanten aan elkaar vast en lopen zo uren rond. De paringstijd duurt zo’n zes tot twaalf uur, maar er zijn stelletjes bekend die het wel zeven dagen lang volhielden! Dit is omdat de mannetjes willen voorkomen dat de vrouwtjes met andere mannetjes paren. Vuurwantsen paren tot ver in mei.
In de zomer graven vrouwtjes kleine holletjes waar ze zo’n honderd eitjes in leggen. Na een paar weken kruipen daar de vleugelloze jongen uit, die nimfen worden genoemd. In september verkrijgen de meeste vuurwantsen uiteindelijk het volwassen uiterlijk. Vuurwantsen overwinteren als volwassen exemplaar.

Vuurwantsen hebben vrij weinig natuurlijk vijanden, maar er zijn een paar vogelsoorten die zich niet af laten schrikken door de felle kleuren, zoals vink en putter. Daarnaast zijn er verschillende mijtensoorten die parasitair op vuurwantsen leven. Tegen deze vijanden heeft de vuurwants wel wat verweer. De plantensappen die ze eten worden omgezet in giftige of vieze stoffen, zoals alcoholen, terpenen en peptiden, wat ertoe kan leiden dat een volgende keer een vogel wel twee keer nadenkt voordat hij een vuurwants opeet.
Vuurwantsen zijn warmte-minnend, wat betekent dat ze de zon nodig hebben om zichzelf op te warmen voordat ze op zoek gaan naar voedsel. Dat is de reden dat je vaak in de ochtend groepjes vuurwantsen bij elkaar ziet zitten op aan de zon blootgestelde plekken zoals stoepranden, de voet van een boomstam of stenen. Als de wantsen warm genoeg zijn gaan ieder zijn eigen weg.

