De warme kleuren rood, bruin en oranje kom je in de winter best veel tegen. Dode plantenstengels, beukenbladeren, knoppen, bessen en doosvruchten zijn voorbeelden. In een kale koele omgeving komen ze nog mooier tot hun recht. En een randje ijs doet helemaal wonderen.
Landschappelijk zijn het de lage zon op een bosrand of de opkomende zon die sluierwolken beschijnt. Die kleuren kun je juist in de winter op hun mooist aantreffen.
Wie op de knieën gaat komt nog veel meer tegen. Verbazend hoeveel kleur je tegenkomt bij mossen die uitgerekend in de winter hun kapsels vormen, bij korstmossen op een stenen muur of paddenstoelen op een dode stronk.
Heel bijzonder is de kleurige film die je ’s winters ziet op het wateroppervlak van slootjes waar grondwater bovenkomt, ook wel bekend als kwelslootjes. IJzerbacteriën zijn de veroorzaker van deze prachtige regenboogkleuren.