Watersnippen zijn middelgrote steltlopers die je direct herkent aan hun lange en rechte snavel. Ze hebben een gestreepte kop en ook de rug is gestreept, met smalle lichte strepen. Het verenkleed heeft een opvallende tekening. De onderzijde is vrij wit van kleur met donkere strepen op de flanken. De poten zijn vrij kort en grijsgroen van kleur. Soorten die op de watersnip lijken zijn het bokje (deze is kleiner en heeft een kortere snavel) en de houtsnip (deze is groter en heeft iets andere kleuren).
Je kunt watersnippen vinden in natte tot vochtige graslanden, plaatsen met kwelwater of overstromingszones tussen structuurrijke graslanden en veenmosrietlanden. Dit zijn ook de plekken waar ze hun nest bouwen. Het nest bestaat uit een diep kuiltje die gevuld is met losse blaadjes en grashalmen. In dit nestje worden drie tot vijf peervormige eieren. Watersnippen hebben één broedsel. Ze vertrouwen behoorlijk op hun schutkleur. Pas op het allerlaatste moment vliegen ze zigzaggend weg. Dit doen ze om snel hoogte te winnen.
Als de pullen zijn geboren hebben ze vochtig grasland nodig waarbij het gras hoog genoeg is om zich te verstoppen. Watersnippen houden van een losse slappe bodem, omdat ze dit nodig hebben om de wormen te kunnen vinden die ze aan de jongen voeren.
Het voedsel van deze moerasvogels bestaat uit insecten, waterkevers, wormen, slakken en zaden van waterplanten. Ze zoeken hun eten vooral in modderige poelen en ondiep water. Ze zoeken hun voedsel door langzaam op en neer te lopen terwijl ze met hun snavel heen en weer wiegen in de grond.
Eén reactie
Schitterende foto, de high key foto!