Wilde zwijnen zijn schuwe dieren en laten zich niet gauw overdag zien. Zij hebben een scherp gehoor en goed reukvermogen, maar kunnen slecht zien. Zij zijn alert, bij het geringste geluid, beweging, of geur, rennen zij weg.
De grootste kans om ze in het bos te vinden is in het voorjaar en de zomer, wanneer de zeugen met biggen veel op stap zijn om voedsel te zoeken. Ga veel het bos in, maak lange wandelingen en ga speuren naar hun sporen: wildwissels, wroet-, veeg- en loopsporen en uitwerpselen. Als je veel in het bos bent, kom je na verloop van tijd vanzelf wild tegen.
Als je een plek hebt gevonden waar je veel sporen hebt gezien en je daar zelfs een zwijn onverwachts hebt zien wegrennen, kan je op die plek gaan posten. Er is grote kans dat ze de daaropvolgende dagen weer terug zullen komen, rond dezelfde tijd. Verstop je goed en houd rekening met de windrichting. Ze zullen je eerder ruiken dan zien. Ruiken ze je, dan rennen ze weg en is al je wachten voor niets geweest. Zoek naar een natuurlijke schuilplek, een aanwezige omgevallen boom, dicht struikgewas en houd ruim voldoende afstand. Observeer hun gedrag goed en houd rekening met de wildwissel, hun gang door het bos.
Een schuiltentje midden in het bos kan gevaarlijk zijn. Mensen die onverwachts heel dicht in de buurt van een zeug met biggen komen, lopen de kans omvergelopen te worden. Zin heeft het ook niet, ze ruikt je toch wel en het tentje ook.
Indien je regelmatig een boswachter tegen komt, licht hem/haar dan in waar je mee bezig bent. Hij/zij zal je meer over de dieren kunnen vertellen en eventueel tips geven, of het wordt je daar afgeraden en dan is het ook logisch om je daar aan te houden.
De foto’s bij dit artikel zijn op deze wijze gemaakt. Het heeft de fotograaf een paar jaar gekost zo ver te komen. Dit vergde veel kennis van het plaatselijke bos en de lokale populatie wilde zwijnen, veel geduld en bovenal heel erg veel tijd. Als je hier als fotograaf geen mogelijkheid toe ziet, begin er dan niet aan.
Eind van de middag en tegen de schemer zijn ze ook regelmatig op wildobservatieplaatsen te zien, die zijn vrij toegankelijk. Dat is eenvoudiger.
Enkele natuurorganisaties geven wild-excursies, zoals NP De Meinweg en ook de boswachters van NP De Hoge Veluwe geven een enkele keer gelegenheid in de avonduren.
Een andere optie is om een wildpark te bezoeken. Dat is nog makkelijker. Het is wel eerlijk om dat dan ook bij je gemaakte foto’s te vermelden. Een kenner zal het verschil ook zien, die zwijnen zijn vetter, dikker en tonen een tam gedrag, dat erg afwijkt van de in het wild in het bos levende wilde zwijnen. Een liggende zeug met een grote groep hele jonge zogende biggen eromheen zal je in het bos niet te zien krijgen. Dat doet ze in alle rust in haar eigen verborgen ketel ver verwijderd van de gangbare wandelpaden en waar je als natuurbezoeker niet behoort te komen.
In het bos is het vrij donker. Je zit dus gauw op hogere iso-waarden. Houd rekening met 800 iso of meer. Een wild zwijn is bewegelijk. Omdat je met een lange sluitertijd zit, heb je bewegingsonscherpte precies op de plek van die ene spier die net bewoog. Dit is niet te voorkomen.
Ze staan regelmatig stil, maar hebben dan altijd de kop naar beneden (wroeten). Je kan honderden opnames achter elkaar maken, bij geen enkele kijkt hij/zij je aan. Voor een leuke aansprekelijke foto, heb je meer tijd nodig. Mis dus niet dat ene leuke moment.
Houd rekening met lange wachttijden en korte fotografie-momenten. De natuurbeleving is erg groot. Je geduld wordt beloond.
6 reacties
Dag Els wat een prachtige foto’s !
Ik ben al heel lang op zoek naar een foto zwijn met frislingen.
Zou zo heel graag zo’n foto op flink formaat in de kamer hebben
hangen. De foto waar op de voorgrond de biggen te zien zijn.
Kan u hierin iets betekenen voor me ??
Met vriendelijke groet,
Tooske .
Dag Els wil je me bellen op 0655 767 258
Dag Els wil je me eens bellen over een foto van zwijenrn