De familie waartoe de wolfspinnen behoren omvat een enorme hoeveelheid geslachten en soorten. Daarvan is, in ieder geval in Nederland, de meest voorkomende en bekendste, de Gewone wolfspin (Pardosa pullata). Deze kun, en zul je, veelvuldig in je tuin aantreffen. Uiteraard kun je veel meer soorten aantreffen, maar deze zijn niet allemaal eenvoudig uit elkaar te houden, zelfs niet vanaf een foto.
Alle wolfspinnen hebben een min of meer soortgelijke levenswijze en vangen hun prooi niet door middel van een web. Ze hebben een enorm goed gezichtsvermogen en zijn razend snel. Door middel van een snelle uithaal grijpen ze hun prooi. De beet, en daarmee het gif, doet de rest.
De naam wolfspin komt niet vanwege het uiterlijk. Ook al zien ze er close-up uit als echte rovers, de gelijkenis met een wolf stopt toch echt bij de overvloedige beharing van het beestje. De naam is afgeleid van het feit dat het dier in hoge mate andere spinnen binnen zijn territorium accepteert. Iets dat uniek is binnen de orde der spinnen. Vroeger werd daarom wel gedacht dat ze als ‘roedels’ hun prooien te lijf gingen. Een typische eigenschap van de echte wolf; tezamen een grote prooi uitputten en vangen.
Anders dan de kruisspin en aanverwanten, overwintert de wolfspin als spin, en niet als ei. Ze kunnen 2 tot 3 jaar oud worden en meerdere legsels per jaar grootbrengen. Ook dat grootbrengen gebeurt anders dan bij de kruisspin. Als die jongen in het voorjaar uit hun ei kruipen zijn hun ouders immers al gestorven. Moeder wolfspin doet het anders. Zij is een toegewijde moeder. De eitjes zitten in een eierzak die zij 2 tot 3 weken, vanaf ongeveer mei, bij haar draagt. Daarna kruipen de jongen op haar rug. Daar blijven zij tot hun eerste vervelling. Tot die tijd eten ze niets en hebben ze genoeg aan hun reserves.
Wolfspinnen zijn overal. Mede daarom zijn ze zo’n dankbaar onderwerp voor de (macro)fotograaf. Kijk in de tuin onderaan op schuttingen, onder bladeren en planten of ga met mooi warm weer eens 5 minuten stil zitten en kijk. Hoogstwaarschijnlijk zie je binnen de kortste keren verschillende exemplaren rondscharrelen. Er zijn nog véél meer plekken waar deze spin zich thuisvoelt. In de strooisellaag van het bos, in het dorre gras tussen de heide en eigenlijk overal waar ze zich op enige manier schuil kunnen houden. Ga er op uit, doe een paar stappen van een gebaand paadje af, kijk naar beneden en je zult versteld staan. Als de temperatuur goed is, zal het krioelen van de Wolfspinnetjes.
Wolfspinnen kun je vrijwel het hele jaar door tegenkomen. Omdat ze overwinteren als spin kun je ze dus ook in de winter tegen het harige lijfje lopen. Vaak zitten ze dan weggekropen in holletjes, al dan niet gemaakt of vermaakt, met wat spinsel. De mooiste tijd is het voorjaar. Bij de eerste prille lentezonnestralen komen ze tevoorschijn en doen zich te goed aan de warmte die ze de hele winter hebben moeten missen. Ze zijn dan nog goed van vertrouwen en relatief traag. Vaak zitten ze op schuttingen, stenen en andere plaatsen die een goed uitkijkpunt vormen. Dit zijn ook altijd plekjes vanwaar ze snel weer kunnen wegduiken! Maar vrees niet. Na een tiental seconden kunnen ze de warmte van de zonnestralen niet meer weerstaan en keren ze terug op hun oude plekje.
9 reacties
Mooi artikel in tekst en foto’s!
Kun je wat meer vertellen over de zwarte koker die je aangepast hebt voor het flitsen?
Hoi Gerhard,
zeker. Dit is in feite een Pringles koker, waarvan ik de dop geschuurd heb voor een meer diffuse lichtverspreiding. De binnenzijde van de koker is al zilverkleurig dus die weerkaatst mooi binnenin. De uitdaging is om de koker zo lang te maken zodat hij voorbij het einde van je lens komt (schaduwwerking), maar ook weer niet té ver (licht gaat er voorbij). Met de lenzen van tegenwoordig die standaard al meer vergroten dan 1:1 en redlatief kort zijn zijn er misschien wel andere DIY-objecten te verzinnen. Succes!
met groet,
Chris.
Mooi stuk. Leuk te zien, dat we de flitsbelichting op verschillende manieren verbeteren.
Ja, als het werkt….!
Ik moet dus ook eens op zoek in de tuin! Mooi verhaal met foto’s. Zeker de eerste foto vind ik geweldig.
Dank je wel Judith! Rond nu ongeveer moeten de jongen wel tevoorschijn gaan komen 🙂