Zeevonk is een eencellig organisme van nog geen millimeter groot. De geleerden zijn er nog niet uit of het een diertje of een wiertje is. Het leeft van andere organismen (plankton, algen) en heeft geen bladgroen, dus dat neigt naar een diertje. Hij hoort tot de groep van dinoflagellaten, ook wel pantserwieren genoemd. Dat klinkt weer als een wiertje. Het wordt ook wel een zweephaardiertje genoemd, dus toch…
Hoe het ook zij, zeevonk heeft een bijzondere manier om vijanden af te schrikken. Bij verstoring geeft hij een blauwachtig licht af. Als één cel dat doet zie je dat niet, maar bij gunstig weer kunnen er enorm veel zeevonkjes in het water zitten en dan is het heel goed zichtbaar met het blote oog.
De meest gunstige omstandigheden zijn een paar dagen achtereen met rustig en warm weer, de zwoele zomeravonden. Vanaf de warme voorjaarsdagen in april tot in de zomer kun je het verschijnsel aantreffen. De eencelligen komen op warme dagen aan de oppervlakte van het zeewater en planten zich daar enorm snel voort. Overdag is dat soms te zien als een roodbruine massa in het water. Dit wordt ook wel de bloei van zeevonk genoemd. Bij onrustig weer (wind, regen) verplaatsen de eencelligen zich naar dieper water.
’s Nachts kun je het blauwe licht zien op plaatsen waar de zeevonk in beweging gebracht wordt. Dat is op de toppen van de golven in de branding en bij het aanspoelen op het strand. Veel leuker is het om zelf de zeevonk te laten schrikken, bijvoorbeeld als je door het water loopt of wat zand in de zee gooit. Op het natte zand spoelen veel cellen aan en als je daar overheen loopt zie je je voetsporen blauw nagloeien.