Nu de bloemen zich langzaam uit de bossen terug trekken (het wordt te donker), nemen de graslanden het over. Vochtige weilanden en slootkanten zijn als eerste aan de beurt, in de zomer volgen de riviergebieden. Een lust voor het oog en een geweldige speeltuin voor de natuurfotograaf:
- Benut de massa. Vaak staan de bloemen in grote aantallen bij elkaar, waardoor direct een groot gevaar ontstaat. Kies je voor een landschappelijke benadering, kijk dan of het mogelijk is de grootste bloemconcentratie voorin je beeld te krijgen. Fotografeer sowieso dicht op de voorste bloemen om het detail ervan vast te leggen. Doe je dat niet, dan heb je alleen een grote massa gekleurde pixels.
- Het waait nogal eens in ons land. Dit kun je beschouwen als een last, maar ook zien als een kans. Een foto is per definitie een statische weergave. Wat beweging geeft de foto extra dynamiek en laat wat aan de verbeelding open. Experimenteer met verschillende sluitertijden.
- Veel bloemen betekent ook een rijk insectenleven. Ga ’s ochtends op zoek naar bijvoorbeeld vlinders. Nog koud (en vaak vochtig) van de nacht vliegen ze niet snel weg.
- In bloemrijke graslanden staat uiteraard ook gras. Minder opvallend, maar daarmee niet minder mooi. De strakke of juist luchtige vormen zijn ideaal voor rustige, meer grafische foto’s.
- Gebruik de bloemen (kleuren) als sfeermaker voor andere onderwerpen, zoals vogels of zoogdieren. De natuur is nu eenmaal vooral groen. Een andere kleur in de foto is dan ook een verademing.
Bedenk overigens dat het zeker niet altijd enorme graslanden hoeven te zijn. Een bonte berm biedt haast dezelfde mogelijkheden.
Geef een reactie