Apparatuur
Met het oog is zelfs het kleinste beetje reliëf prachtig; op een foto blijft er vaak niet veel van over. Dat komt meestal door het gebruikte objectief. Met een groothoekobjectief leg je veel van het waanzinnige uitzicht vast, maar verklein je tevens de heuvels in de verte. Wil je de hoogte benadrukken, dan doe je er dus verstandig aan een teleobjectief te gebruiken. Dat mag overigens best een fors teleobjectief zijn, zoals een 100-400mm. Wanneer je ver inzoomt, kun je eventueel de lucht buiten beeld houden. Je hebt daardoor geen enkel benul meer van hoe hoog de heuvels zijn, waardoor het allemaal nog groter lijkt.
Een groothoekobjectief is uiteraard ook prima bruikbaar in het heuvellandschap. Het reliëf wordt er minder uitgesproken door, maar je kunt wel beter het verhaal van de plek vertellen, bijvoorbeeld wanneer er een interessante vegetatie voorkomt. Zoals altijd is het bij het gebruik van een groothoekobjectief essentieel dat er in de voorgrond iets gebeurt. Bij een bloemrijke vegetatie is dat gemakkelijk: je plaatst een paar markante bloemen prominent in beeld, waarbij de rest van het landschap het decor vormt. Een dergelijke voorgrond is echter niet altijd voorhanden. Zeker bij monotone weilanden moet je oppassen; voor je het weet bestaat de helft van de foto uit een nietszeggend groen vlak. Probeer dan toch naar variatie te zoeken, naar iets wat dat grote vlak kan breken. Neem bijvoorbeeld een rand van een haag mee, wat ‘onkruiden’ in de berm of zoek naar runderen of andere dieren die je in de voorgrond kunt gebruiken.
Licht
Omdat je vanaf een hoger standpunt naar een heuvellandschap kijkt, speelt het licht (deels) een andere rol dan in het vlakke landschap. Hoe verder je kijkt, hoe zachter de kleuren en hoe lager de contrasten worden. Sta je op een hoog punt en kijk je over meerdere heuvels heen, dan krijg je het befaamde ‘laagjeslandschap’ waarbij iedere heuvel weer net iets meer ‘verbleekt’ dan zijn voorganger. Zeker met tegenlicht zorgt dat voor veel sfeer en diepte.
Het mooiste licht aan de randen van de dag duurt maar kort. Sta je op een heideveld, dan kun je in korte tijd best veel variëren. In het heuvellandschap is dat veel minder het geval. De voorgrond verandert met iedere stap iets; de achtergrond blijft grotendeels gelijk. Het is verleidelijk om na een geslaagde foto snel verder te lopen of zelfs de auto te pakken in de hoop nog een ander uitzicht bij mooi licht vast te leggen. Toch is dat niet aan te raden. Grote kans namelijk dat je je aan het verplaatsen bent op het moment dat het licht echt op z’n mooist is. Blijf daarom zeker een half uur op één plek hangen en zie hoe het licht verandert. Beter één topfoto dan tien ‘net-niet-foto’s’.
Het kan ’s ochtends best even duren voordat de zon boven de heuvels uitkomt. De tijden van de zonsopkomst wijken soms dus behoorlijk af van wat je in tabellen, apps of op websites leest. ’s Ochtends betekent dat langer wachten, maar ’s avonds zou je daardoor wellicht te laat op je locatie aankomen. Hou dus een ruimere marge aan dan je gewend bent.
Weer
Het heuvellandschap laat zich van zijn beste kant zien met wat zon. De contrasten zorgen immers voor voldoende pit. Dat wil niet zeggen dat ander weer niet geschikt is. Vanaf hooggelegen punten kun je ‘slecht’ weer mooi aan zien komen. Let bij onweer wel op je veiligheid. Je staat immers op een hoog punt. Onder gunstige omstandigheden maken de Zuid-Limburgse en Ardense heuvels hun eigen weer met wolken die je elders in het land niet aantreft. En hoe hoger de heuvels, hoe groter de kans op sneeuw in de winter. Sneeuw zorgt voor een minimalistische uitgangssituatie waarbij het aankomt op krachtige vormen. Fotografeer je terwijl het sneeuwt, dan hebben alle vlokken eenzelfde verzachtend effect als mist. Sneeuwt het echter te hard, dan blijft er van enig uitzicht uiteraard niets over.
4 reacties
Prachtige composities met fantastisch apperatuur gemaakt. Ik heb een Sony RX10 M4 en mijn vraag is of u ook wel eens fotos plaatst met deze types camera.
Groeten uit Soerendonk van
Peter Vercoelen
Ps ik heb een volledige foto cursus gevolgd bij Laura Vink.
Kijk hier eens: https://www.natuurfotografie.nl/eerste-ervaringen-sony-rx10-iv-bridgecamera/
m.v.g.
Bjorn van Lieshout
Mooie foto’s hoor! Zelf ben ik maar een simpele zelf aangeleerde hobbyist. Kun je mij uitleggen waarom je voor de rechter foto van de margrieten kiest voor een iso van 400?? Wat zorgt ervoor dat je daarvoor kiest?? Je kan toch net zo goed met die foto de sluitertijd iets verlengen zodat je iso bijvoorbeeld gewoon op 200 zou kunnen. Niet dat 400 veel ruis geeft maar toch….met bewegende onderwerpen snap ik dat je de iso omhoog gooit omdat je sluitertijd korter moet zijn om te bevriezen….maar met landschapsfotografie?? Hoop dat je me kan helpen want ik zie het wel vaker bij foto’s en dan denk ik why????? :p met vriendelijk groet, Dennis
Hallo Dennis, ik had je reactie even gemist, maar kwam ‘m toevallig bezig. Je hebt absoluut gelijk dat je het best werkt met een zo laag mogelijke ISO. Hoewel deze foto vanaf statief is genomen, vermoed ik dat ik daarvoor even uit de hand aan het fotograferen ben geweest. Dan is een iets hogere ISO prettig om de sluitertijd voldoende kort te houden. Er is dus verder geen enkele reden (in deze foto) om naar een hogere ISO uit te wijken. Er zijn overigens nog wel andere argumenten te bedenken waarbij een iets hogere ISO wenselijk kan zijn, ook als je vanaf statief werkt:
– het waait. En dan niet zozeer dat de vegetatie beweegt, maar om te voorkomen dat de trillingen van de camera zichtbaar gaan worden, zeker bij grote lenzen…
– door de warmte gaat de lucht trillen. Dat zorgt voor onscherpte. Die onscherpte is niet weg te nemen, maar bij een korte sluitertijd kun je die luchttrillingen wel beter bevriezen, waardoor de onscherpte meer uit vervormingen van het beeld bestaat.