Tutorial zoogdierfotografie, deel 3: Verdieping

In de eerste twee delen hebben we bedacht wat we willen en dat uitgevoerd. Dit laatste deel laat zien hoe je meer uit het onderwerp kunt halen, je je meer kunt verdiepen en kunt vastbijten in je onderwerp.
In de tuin kun je de spullen laten staan en experimenteren met belichting. Fotograaf: Douwe Schut

Klein wild

Bij wildfotografie denk je misschien het eerst aan herten en zwijnen. Vanzelfsprekend spreekt een burlend edelhert tot de verbeelding. Kleinere soorten zijn echter minstens zo uitdagend en wellicht nog interessanter omdat minder fotografen zich er mee bezig houden. Soorten als vos en das liggen nog voor de hand, maar denk ook aan hazen en konijnen, of zelfs marters en bevers.

Een beverrat is misschien niet het eerste waar je aan denkt bij ‘wildfotografie’, maar is daarmee niet minder interessant. Fotograaf: Paul van Hoof

Uiteindelijk is de soort misschien niet eens het belangrijkste als je er fotografisch meer uit wilt halen. Belangrijker is dat je mogelijkheden ziet, of kunt creëren, om meerdere verschillende beelden te maken van dat dier. Misschien wil je zelfs een verhaal vertellen en kun je denken aan een ware reportage.

Houd het behapbaar

Als je meerdere beelden wil maken of een verhaal wilt vertellen betekent dat meestal dat je een locatie vaak moet bezoeken. Je doet er daarom verstandig aan om die plek zo dicht mogelijk bij huis te zoeken. Een heel goed startpunt kan de eigen tuin zijn. Zet eens een wildcamera in de tuin en je kunt zomaar verrast worden welke dieren je tuin bezoeken. In een bosrijke tuin ligt dat wat meer voor de hand, maar zelfs in veel (kleine) stadstuinen worden bezocht door egels.

De setting is minstens zo belangrijk en veelzeggend als het dier zelf. Fotograaf: Douwe Schut

Het grote voordeel is dat je er niet voor op pad hoeft en dat je van alles kunt uitproberen. Misschien kun je een schuiltentje in de tuin zetten of simpelweg door het keukenraam of vanuit de schuur fotograferen. Als je een afgesloten stukje tuin hebt en je partner is het er mee eens kunt je misschien zelf een opstelling laten staan waar de dieren aan kunnen wennen. In dat geval kun je ook denken aan een cameraval, waarbij je de camera buiten laat staan en het dier middels een sensor zelf de foto maakt.

Variatie

Wil een fotoserie maken rond je dier, bedenk dan dat variatie het sleutelwoord is. Meerdere min of meer dezelfde foto’s waar het beestje nét iets anders kijkt is voor de kijker niet zo boeiend. Zorg liever voor een afwisseling in beelden, door verschillende lenzen te gebruiken en onder verschillende omstandigheden te fotograferen. Als je een verhaal wilt vertellen, zorg dat wel dat die verbindende factor, de ‘rode draad’, aanwezig blijft.

Gedrag/interactie

In verhalen speelt gedrag vaak een belangrijke rol. Gedrag is echter een breed begrip, het kan gaan om een individueel dier dat iets doet, maar vaak gaat het om een vorm van interactie. Dat kan zijn tussen soortgenoten, zoals voortplanting, of juist tussen verschillende soorten, denk aan predatie.

Omgeving

Betrek de omgeving in het beeld. Waar leeft het dier? Denk daarbij ook aan verschillende seizoenen of omstandigheden. Het dier hoeft zeker niet altijd groot in beeld te staan. In tegendeel. Een dier klein in beeld is geen tekort aan millimeters, maar als de omgeving meewerkt in het beeld, levert een kleiner brandpunt vaak sterkere beelden op. Je kunt hierin zo ver gaan dat je een groothoeklens gebruikt. Om het dier dan nog steeds herkenbaar en prominent in beeld te houden, dient de camera zich meestal relatief dicht bij het dier te bevinden. Overweeg dan de camera neer te zetten en hem van een afstand te bedienen. Dat kan al heel eenvoudig door de plek in de gaten te houden met een verrekijker en met een (draadloze) afstandsbediening te werken.

Met een groothoekopname (hier 17mm) kun je meer laten zien van het dier en zijn leefomgeving. Je moet wel dicht bij kunnen komen of een afstandsbediening gebruiken. Fotograaf: Paul van Hoof

Details

Een dier klein in beeld kan worden versterkt door dit beeld af te wisselen met het andere uiterste; zoals een portret. Zeker bij zoogdieren roept een beeld emotie op als het dier je aankijkt. Ook andere details van een dier kunnen een goede aanvulling zijn van de serie. Soms is het onmogelijk om echte details in het wild te fotograferen. Overweeg dan om deze in een wildpark te fotograferen.

Een close-up van jonge zwijntjes is in het wild niet zo eenvoudig. Dit beeld is dan ook in een wildpark gemaakt. Fotograaf: Paul van Hoof

Sfeer

Foto’s met inhoud zijn belangrijk in een verhaal. Maar het oog wil ook wat. Probeer sfeer in je beelden te brengen. Dat kan bijvoorbeeld door mooi licht, een ochtendnevel, stromende regen, of misschien een silhouet tegen een gekleurde lucht.

Te weinig millimeters? Of staat het hert bewust klein in beeld om de sfeer en omgeving tot hun recht te laten komen? Fotograaf: Paul van Hoof

 


Dit tutorial maakt onderdeel uit van een driedelige serie waarin je alles kan lezen over het fotograferen van zoogdieren. Om de andere delen van deze reeks te lezen klik op onderstaande links:

Tutorial zoogdierfotografie, deel 1: Voorbereiding
Tutorial zoogdierfotografie, deel 2: Aan de slag
Tutorial zoogdierfotografie, deel 3: Verdieping

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: