Duinen
De afgelopen tien jaar heb ik als boswachter gewerkt in de Hollandse Duinen. Als jongen uit de polders van Zuid-Holland duurde het een tijdje, maar langzaam kroop het landschap diep in mijn hart. De eerste jaren zie je de glooiingen en de wolkenpartijen. Na verloop van tijd ga je ook de wisseling van het licht zien en word je je steeds meer gewaar van de seizoenen. Terwijl de tijd vordert, leer je het landschap steeds beter kennen. De ene helling is het gevolg van stuivend zand en wind, de ander is vastgelegd met helm om een pad te beschermen tegen overstuiven met zand. De top van het volgend duin is hoekig doordat er een Hollandse bunker uit de Eerste Wereldoorlog onder ligt. Een tijd dat we bang waren voor de concurrentie van de Engelse koloniale macht en nog geen idee hadden van de Duitse ambities om het Derde Rijk te stichten.


Heb ik net een beetje het open landschap van de duinen in mijn vingers (en mijn hart), komt na tien jaar ineens de vraag of ik als boswachter aan de slag wil in een nieuw gebied: het Haagse Bos. Natuurlijk is het na tien jaar misschien wel weer tijd voor verandering. En ja, in het Haagse ligt een mooie uitdaging in een bijzonder dynamisch gebied met vele bezoekers en een ongekend rijke schakering aan betrokken organisaties. Van ministeries tot de dynamiek van gemeente Den Haag, van mensen uit alle lagen van de bevolking: van zwervers tot lunchwandelaars tot de koninklijke familie en van lunchwandelaars tot de specialisten die op zoek zijn naar de zeldzame slanke sleutelbloem. Ook de woon-werkafstand is een stuk aantrekkelijker (een half uur met de fiets tegenover een uur met de auto). Maar het is ook de overstap van de openheid van het duin naar de beslotenheid van bos en beton. Een nieuwe uitdaging voor mijn fotografie.

Een kwetsbare van Ruisdael
Het Haagse bos is het oudste bos van Nederland. Ooit strekte het zich uit van Alkmaar tot het Binnenhof. Het was het jachtgebied van de adel. In de afgelopen vier eeuwen is er door landbouw, woningbouw en infrastructuur stukje bij beetje van het bos afgesnoept tot er nog een gebied van 128 hectare over is. Die wetenschap doet me eens te meer beseffen dat we in Nederland uiterst zuinig moeten omgaan met de laatste stukken natuur die we hebben. Want deze gebieden zijn van veel grotere waarde dan mensen zich soms realiseren. Een waarde die erkend wordt in de NATURA2000 gebieden. De equivalenten van Jacob van Ruisdaels schilderijen, maar dan van de Europese natuur. De miskenning van die ongelooflijke waarde uit zich er soms in dat men het ijskoud wegzet met de opmerking dat er in Nederland geen echte natuur is. Een diskwalificatie die de deur openzet voor de vernietiging van de laatste Van Ruisdael van onze natuur. Voor mij reden om me in te willen zetten voor dit gebied dat door miljoenen bezoekers per jaar zo gewaardeerd wordt, dat bevolkt wordt door zeldzame stinzenplanten als de slanke sleutelbloem en bosbewoners als de bosuil eekhoorn en boommarter. Om maar niet te spreken van de edelherten die hier door Filips II werden neergezet en nu nog ieder jaar tijdens de bronst in het centrum van Den Haag te horen zijn.

Nieuwe kansen
Het team in Den Haag beheert naast het Haagse bos ook rijke weidevogelgebieden en vogelplassen en daarmee kom ik toch weer dicht bij mijn wortels als polderjongen. Daarmee kan ik mijn oude liefde voor weidevogels en hun boerenomgeving weer voor de lens halen. Zo komen oude vertrouwde landschappen en nieuwe complexe landschappen samen. De komende jaren ga ik me erin onderdompelen en verdiepen. En wie weet tot welke beelden ik in de loop der jaren kom als ik de wisselingen der seizoenen, het kenmerkende licht en het belang van de verschillende details leer kennen. Van het duin het bos in. Ik heb er zin in.

Wat het zal het betekenen voor de onderwerpen mijn toekomstige blogs? Wat mij betreft kan de lente met alle opbloeiende stinzenplanten en binnenkomende weidevogels beginnen.