Eten vogels andere vogels?
Laatst passeerde er een over-en-weer discussie op Facebook die zowel amusant, interessant alsook een beetje frustrerend was. Deze soap speelde zich af in de Facebook-groep met de naam Vogelvrienden. Die naam van die groep is niet onbelangrijk in wat volgt, vandaar noem ik hem even bij naam.
De aanleiding was een filmpje van een sperwer die een jonge spreeuw te pakken had gekregen op iemand haar terras. Het filmpje toonde de strijd, en enkel de strijd. Niet de vangst zelf, ook niet de uiteindelijke en onvermijdelijke kill. Een aantal reacties hierop waren eerder van het hallucinante type… Ongelooflijk hoe sommigen het bijvoorbeeld nodig vonden de auteur van dit filmpje te verwijten dat ze niet ingreep.
⦁ Hoe kan je nu een vogelvriend zijn, en dit laten gebeuren.
⦁ Dat was bij mij gegarandeerd niet gebeurd, die sperwer schopte ik welgemikt over de haag.
⦁ En dan nog blijven filmen. Je moet het maar kunnen. Vogelvriend?
⦁ Ach zeg, ik ben geen lid geworden van deze groep om zoiets te moeten aanzien. Zo onsmakelijk!
De toon was gezet en iemand (m)opperde zelfs om ‘dit soort filmpjes’ voortaan niet meer toe te laten, of minstens met een waarschuwing erbij. Ik opperde om dit soort reacties dan in de toekomst ook maar met een waarschuwing te voorzien, vermits ik daar ook een onprettig buikgevoel bij krijg. Lachen!
Tja, dat die sperwer ook een vogel is en jonge sperwertjes te voeden heeft… wordt even vergeten. Dat die spreeuw zelf een toekomstige moordenaar wordt die insectenlarven (dat zijn dus kleine kindjes van insecten hè) verorbert…. niet belangrijk. We zijn Vogelvrienden, maar blijkbaar enkel als ze schattig op de foto staan. En een filmpje van een sperwer? Ja, maar enkel als hij z’n klauwen in een stuk broccoli zet.

Vogels op bestelling
Onderstaand mail-gesprek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Ik heb best wel wat fantasie, maar zo gek kan ik het zelf nog niet verzinnen… De namen zijn fictief trouwens.
“Hallo, wij zijn vogel-fotografen en hebben vandaag een fotografie-hut gehuurd en vroegen ons af of we ons geld, of toch zeker een deel, kunnen terugkrijgen. We hebben heel de dag bijzonder weinig gezien en kunnen fotograferen, en de beloofde soorten kwamen niet opdagen. 1 beloofde soort in het bijzonder stond hoog op ons verlanglijstje en hebben we niet gezien, nochtans de reden waarom we deze hut huurden.
Alvast bedankt.
An Dijvie en Peter Selie.”
“Beste, het spijt me dat jullie niet tevreden waren over jullie ervaring in de hut. Natuur laat zich uiteraard niet dicteren. Door mijn jarenlange ervaring voorzie ik in de beste mogelijkheden om bepaalde soorten voor de lens te krijgen, maar een portie geluk hoort er altijd bij natuurlijk. Daarom ‘beloof’ ik ook nooit soorten, op mijn website staan enkel voorbeelden van soorten die daar al gefotografeerd zijn en dus tot de kanshebbers behoren. Welke soort stond voor jullie zo hoog op jullie lijstje dan?”
“Dan moet je die website maar aanpassen, want op deze manier breng je mensen op het verkeerde been hoor. De soort die we wilden zien, is volgens jouw website een ‘gekraagde roodstaart’.”
“Aha… Euhm… Jullie weten dat het januari is? Hierbij een link naar de Wikipedia-pagina over het begrip ‘trekvogel’.
Met vriendelijke groeten,
Ben Inshock.”

De schorpioenjuffer
’s Morgens vroeg sta ik aan een aangelegde poel in een park bij mij in de buurt libellen te fotograferen. Op een gegeven moment zie ik, ondanks zijn camouflage-kledij nochtans, een natuurfotograaf aankomen. Camouflage-kledij aan dus, laarzen aan, fototoestel rond de nek, groot statief aan de linkerschouder, een XXL rugzak met extra kleiner statief in de zijzak op de rug, en nog een extra zak met weet-ik-veel-wat-nog-in hangend over de rechterschouder. Die is wat van plan! Er volgde een gesprek dat de gecamoufleerde collega aanvangt en waarvan ik aanvankelijk dacht: ‘Aha, een kenner…’
“Goedemorgen. Ik kom hier voor de libellen, want dan moet je vroeg zijn hè! Dan zijn ze nog koud en hangen ze stil en kan je ze gemakkelijk benaderen en… “
Ik krijg dus een hele uitleg over libellen en voel me in mijn nopjes. Een collega-libellen-freak! Ze zijn er dus wel, maar je komt ze verrassend weinig tegen in het veld. Waarschijnlijk omdat er zo weinig libellen-hutten zijn? Geamuseerd zet ik het gesprek verder.
“Klopt, maar ik ben toch al zo’n 2 uur bezig hoor. Met deze temperaturen zijn ze sneller actief en ondertussen vliegen ze zelfs al wat rond.”
“O ja, nou dan ben jij echt wel vroeg opgestaan zeg. Heb je dan al wat kunnen fotograferen? Al wat interessants kunnen vastleggen?”
“Valt wel mee hoor, dat vroeg opstaan. Als beloning heb ik inderdaad al mooie opnamen kunnen maken van de vroege glazenmaker. En momenteel ben ik hier een vuurjuffertje aan ’t fotograferen, ook altijd leuk.”
Ik wijs naar het vuurjuffertje, hij komt iets dichterbij, en wijst naar iets anders.
“Is het dit hier, het vuurjuffertje?”
“Euhm… Nee… Dat is een schorpioenvlieg… ??”
De minuut of minuten die daarop volgen zijn gewist. Zwart. Error. Van de shock misschien? Of de ontgoocheling? Ik weet het niet. Stilletjes aan hoor ik terug het gezang van de vogeltjes, ik begin terug structuren te zien en kleuren en ik zie op een afstand, ondanks de camouflage-kledij, de libellenfotograaf naar insecten zoeken…

Nog een kleine PS
Nee hoor, ik fotografeer echt niet in dierentuinen… De (ontsnapte) grijze roodstaartpapegaai is ergens in ’t midden van de Kalmthoutse heide gefotografeerd.
4 reacties
Wat een geluk dat ik zowel de vroege glazenmaker als de vuurjuffer zomaar in mijn tuin zag. En ik hoefde er niet eens vroeg voor op te staan. Misschien een idee om mijn tuin te verhuren. 😉