Borjomi in de ‘Kleine Kaukasus’
Oorspronkelijk zou er worden geïnventariseerd in Vashlovani Nationaal Park in het uiterste zuid-oosten van het land. Dit bleek niet haalbaar, maar in het Borjomi-Kharagauli National Park werd een prima alternatief gevonden. Borjomi ligt in zuid-centraal Georgië, hemelsbreed 120 km ten westen van de hoofdstad Tbilisi en ongeveer 60 km van de grens met Turkije. Op 19-5-2012 werden wij door onze Nederlands sprekende gids Ivan opgehaald van Tbilisi airport en na wat passen en meten met de bagage persten we ons in zijn kleine 4wd Kia om in 2.5 uur naar Borjomi te rijden. Gori, het enige stadje van betekenis op de route en eigenlijk alleen bekend als de geboorteplaats van Stalin maakte geen indruk. De grote vluchtelingenkampen voor Georgiërs die Abchazië en Zuid-Ossetië ontvlucht waren des te meer.
Bronwater
Borjomi is het Spa van de Kleine Kaukasus waar alles draait om bronwater. Het stadje heeft een heus water-themapark en het schijnt dat Borjomi-water nog steeds het favoriete mineraalwater is dat geschonken wordt in het Kremlin. Ten westen van het stadje ligt het jonge (2001), maar zeer grote 5300 Km2 Borjomi-Kharagauli NP. Dit park ligt in de Kleine Kaukasus en de hoogte van de bergen is dan ook bescheiden en ligt rond de 1500 meter. Van tevoren was vanuit Nederland al de toestemming geregeld om in het park te kunnen inventariseren en (indien nodig) vlinders te verzamelen. Onze start van de 1e dag bij het kantoor van het park betrof dan ook vooral een beleefdheidsbezoekje.
Inventarisatie en vervoer
Onze werkwijze tijdens de inventarisatie was zeer simpel. Gezien de beschikbare tijd en menskracht was het ondoenlijk om het hele gebied te bezoeken. Daarom hadden we op voorhand op basis van kaarten en Google-earth een aantal deelgebieden geselecteerd die enigszins bereikbaar waren en zoveel mogelijk verschillende habitats en hoogtes vertegenwoordigden. Daarnaast gingen we vrij opportunistisch te werk. Wanneer we op weg naar een wat verder gelegen vallei een aantrekkelijke, bloemrijke weide of bosrand zagen stopten we daar om de aanwezige vlinders te scoren.
In het park zelf zijn een aantal tracks die meestal de dalen volgen en behalve de ene verharde doorgaande weg naar de Turkse grens zijn er slechts enkele zeer moeilijk te berijden “wegen”. Gelukkig hadden we niet alleen een 4wd, maar ook een ervaren chauffeur die voor zijn hobby ook cross-country wedstrijden in zwaar terrein reed. Die ervaring kwam goed van pas want geregeld was het verschil tussen de weg en de rivierbedding ernaast nauwelijks te zien. Desondanks lukte het hem om vanuit de rijdende auto de enige Atalanta te zien die we tijdens de hele trip hebben waargenomen!
Hoofdstad en uithoek
Op deze manier hebben we vier lange dagen doorgebracht in het park waarin we heel wat kilometers te voet hebben afgelegd. Hierna bleken we er niet veel soorten meer bij te zien en omdat ook de weersverwachting nog slechter werd (we hadden al dagelijks regenbuien) besloten we om de laatste twee dagen te verkassen naar de hoofdstad Tbilisi. Van daaruit hebben we nog een dagtocht gemaakt naar het zuid-oosten naar het deels in de rotsen uitgehouwen klooster van David Garedzja op (net over?) de grens met Azerbeidzjan. Wanneer je toch ‘in de buurt bent’ laat je zo’n kans om een cultureel hoogtepunt te zien niet lopen. Bovendien kwamen we daardoor ook in een heel ander biotoop, namelijk de halfwoestijn van de regio Kakheti, wat weer resulteerde in een aantal vlindersoorten die we eerder in de week nog niet hadden gezien. Onze laatste dag hebben we nog geïnventariseerd rond een groot stuwmeer vlakbij Tbilisi.
Europa?
Georgiërs beschouwen zichzelf vol overtuiging als Europeanen, maar wat betreft flora en fauna merk je al snel dat je je in een uithoek van Europa bevindt met duidelijk Aziatische invloeden. Tijdens de voorbereiding hadden we geprobeerd om een zo volledig mogelijke checklist te maken van alle dagvlinders die we in het bezochte gebied tijdens de inventarisatieperiode konden verwachten. Deze lijst was grotendeels gebaseerd op data afkomstig van de website van Fauna Europaea en de verspreidingskaartjes in ‘Butterflies of Europe and the Mediterranean area’ van Tshikolovets en omvatte 145 soorten. Naast deze gids hadden we verder nog mee ‘De nieuwe vlindergids’ (Tolman), ‘Dagvlinders van Europa’ (Lafranchis) en ‘A field guide to the Butterflies of Turkey’ (Baytaş). Ondanks deze reisbibliotheek kwamen we tal van vlinders tegen die we niet ter plekke konden determineren zodat we na terugkomst in Nederland nog weken bezig zijn geweest de vele 100-en (duizenden?) foto’s te bestuderen en onderling te bespreken. Met name de Dikkopjes waren goed voor heel wat discussie!
Hoogtepunten
In totaal hadden we aan het eind van de week op 24 verschillende locaties waarnemingen gedaan van vlinders waarbij we als groep 69 verschillende soorten dagvlinders hebben waargenomen. Ieder van ons had wel een handjevol soorten gemist omdat we soms net wat te ver van elkaar waren om alles te delen. Hoogtepunten waren voor mij persoonlijk in ieder geval de aansprekende Snuitvlinder (Libythea celtis) die al lang op mijn verlanglijstje stond om te fotograferen, de prachtige Melitaea interupta die we bij gebrek aan een Nederlandse naam ter plekke Kaukasische Tweekleurige Parelmoervlinder hebben gedoopt en natuurlijk de lokale specialiteit, de Kaukasische Pijpbloemvlinder (Zerynthia caucasica).
In de zomer van 2014 zijn we opnieuw de Kaukasus in gegaan voor een vlinder-expeditie. Doel was toen het Tusheti Nationaal Park in de Grote Kaukasus in het noord-oosten van het land. In 2012 hebben we geteld op hoogtes tussen de 600 en 1200 meter, maar in Tusheti hebben we juist ook in hoger gelegen gebieden tot 3000 meter geteld. Vanwege de hoogte zijn we toen ook veel later in het jaar gegaan omdat het gebied anders niet eens bereikbaar is (de pas opent in juni afhankelijk van de sneeuwhoogte) en natuurlijk omdat veel planten pas in deze tijd van het jaar in bloei zijn wat weer van invloed is op de vliegperiodes van de vlinders. Een reisverslag van die trip vind je hier op de site.
Eén reactie
Naast de prachtige foto’s die je maakt lijkt het me ook een hele avontuur om daar te zijn en een prachtige natuur.