Algemene informatie
De Eifel is vrij vlot bereikbaar, met de auto in 4 uur en met het openbaar vervoer kan het in 7 uur. Dat is gerekend vanuit Friesland dus zuiderlingen zijn er nog stukken sneller. Ter plaatse is het het beste om je lopend, per fiets of auto te verplaatsen.
In de Eifel wordt het noch extreem warm noch extreem koud, wel is er veel neerslag vooral in de maanden mei en juni. Juli, augustus en september zijn de minst neerslag rijke maanden. Ook heb je hier veel kans op onweer. Het is geëxponeerd terrein dus goede wandelschoenen zijn zeker aanbevolen, misschien zelfs bergschoen type b.
In de wat grotere plaatsen zijn voldoende hotels te vinden, vakantiehuizen ook. Campings zijn er iets minder te vinden, een stuk of 6 binnen het hele gebied. Ons vakantiehuis ligt aan de rand van Wallenborn en kijkt uit over velden en bossen, er loopt een riviertje langs het huis. Vanuit het huis lopen allerlei paden en zelfs een mountainbike route. Er vliegen zwarte roodstaarten rond en er zijn eekhoorns. Dus ook om het huis is het woord natuurfotografie op zijn plaats.
Een tocht met 10 kilometer aan omwegen
Vlakbij het vakantiehuis begint een mountainbike route van 31 kilometer. Het gaat meteen in het begin al mis, we pakken een verkeerde afslag en zoeken ons een breuk om de juiste weg. We fietsen uiteindelijk terug en komen op het juiste pad langs de rivier. In het begin is de rivier smal en ondiep. Dan gaat het omhoog het bos door en de heuvels in tot bij Niederstadtfeld. We hebben dan al heel wat geklommen en zijn meerdere keren afgestapt omdat in de natte modder heuvelopwaarts niet meer vooruit te komen was. Dan gaat het weer verder door het rivierdal richting Schutz en komen we langs een amfibieën lehrpfad waar je o.a. vuursalamanders kunt zien. Onderweg zien we: grasklokje, grote balsemien, muskuskaasjeskruid, duizendschoon, duifkruid, distels. Regelmatig vliegt er een buizerd op en horen we boomklevers, gaaien, zwarte kraaien en zien we een eekhoorn. Vanuit het rivierdal gaat het weer omhoog richting Deudesfeld door het bos. Op een gegeven moment rent er een eekhoorn voor ons uit terwijl wij met een vaartje van 15 km/h fietsen, hij houdt dat 50 meter vol en klimt dan in een boom. We zien ook een rode wouw, een grauwe klauwier en een tapuit. Regelmatig raken we in de dorpen het juiste pad kwijt, uiteindelijk komen we wel weer goed terecht maar op een gegeven moment zijn we gedwongen zelf een pad binnendoor te vinden richting Wallenborn. Door de heuvels komen we in Meisburg terecht. Dan gaat het door een ecologisch bos richting Salm. In de heuvels tussen het bos en Salm vliegt een rode wouw op 5 meter hoogte rustig over ons heen en zien we nog een tapuit. Vlak voor de afslag richting Wallenborn vliegt op een paar meter afstand weer een grauwe klauwier voor ons op. Uiteindelijk hebben we 41,6 km gefietst en 1000 meter geklommen.
‘s Avonds gaan we een kijkje nemen bij de koud water geiser. In de grond bevindt zich veel koolzuur en wat zwavel. 1 keer per 35 minuten spuit de geiser tot een hoogte van 4 meter. Dit keer komt hij echter niet hoger dan 1,5 meter, het houdt redelijk lang aan en houdt even plotseling ook weer op. De bron is aangeboord op 75 meter diepte en afgedicht zodat het koolzuurgas niet ontsnapt, vroeg kwam de geiser wel tot 10 meter.
Maar……… even over de 3 Maare
De volgelopen vulkaankegels worden in de Eifel Maare genoemd. Bij Gemünden liggen 3 van deze Maare, de Gemündener Maar, de Weinfelder Maar en de Schalkenmehrener Maar. Elk Maar heeft zijn eigen karakteristieke omgeving. Het is een wandeling van 9 km, met 190 meter klimmen en 250 meter dalen en het hoogste punt is 555 meter. Het eerste Maar is een toeristische attractie met een botenverhuur, het Maar is verhoudingsgewijs klein. We lopen door het bos rechts om het Maar heen. Je houdt af en toe het zicht op het Maar. Er staan verschillende paddestoelen, st. jans kruid, bosaardbei, schaduwkruiskruid, walstro, cypreswolfsmelk, robertskruid en heel veel oude bomen waaronder acacia’s, essen en esdoorns. Ook zien we een glanskopmees.
Dan gaat het omhoog door het bos naar de Dronkenturm op de Mauseberg. Van hier heb je een mooi uitzicht op de Gemündener Maar. De Dronketurm is een uit natuursteen gemetselde toren van 11 meter hoogte vanwaaruit je een mooi uitzicht hebt op de omgeving. Vooral de Gemündener Maar met de omringende bossen en heuvels en dorpjes in de verte. Opvallend aan de dorpjes zijn de witte huizen. We lopen nu over een heuvel van rond de 550 meter een natuurgebied binnen. Er staan hier een aantal monumentale grote essen en platanen, veel wilde bloemen en een grote boomstronk is helemaal begroeid met elfenbankjes. Dan gaat het door een struiken singel naar beneden naar het Weinfelder Maar. Hier staat de zwarte toorts te pronken en staat ook een apart kerkje. Tijdens de rustpauze bij het kerkje zien we een paar zwarte kraaien, een groepje vinken en een roodborstje. Door de gebroken bewolking komt er een schittering op het meer te liggen dat door de wind een gerimpeld oppervlak heeft. Het pad loopt verder langs het meer, het meer is ondiep en gevuld met allemaal kiezelsteentjes, het is omgeven door bomen en doet natuurlijker aan dan het eerste meer.
Aan de andere kant van het meer gaat het omhoog het open veld in. Over de autoweg door een bos naar het laatste meer en het dorpje Schalkenmehren. We lopen langs hagen van braam en rozen die volhangen met bramen en rozenbottels. We zien een torenvalk in een boom zitten en op het meer zwemmen een fuut met jongen en een meerkoet rond. Dit meer is veel natuurlijker met riet en andere planten als oeverbegroeiing. Schalkenmehren is een leuk dorpje met witte huizen en soms mooie doorkijkjes. Richting het meer komen we langs een kettingzaag beeldenmaker, er zijn beelden van uilen, een beer, een specht enz. Bij het meer staat smeerwortel in bloei. Het omringende weidegebied staat vol met bloeiende planten waaronder muskuskaasjeskruid, slangekruid, bosaardbei, tijm, wilde marjolein, zwart knoopkruid, grasklokje, zwarte toorts, st. janskruid, jakobskruiskruid, cypreswolfsmelk, blaasssilene, walstro, lupinen, robertskruid. Al lopend zien we 8 eksters, grote bonte specht, 2 torenvalken, zwarte kraai, fuut, meerkoet, vink, glanskopmees, koolmees, roodborst. Terug omhoog gaat het door een dicht hazelaar hakbos, heel typisch om te zien het is allemaal hazelaar wat de klok slaat. Terug langs het Weinfelder Maar gaan we langs de andere kant terug de heuvel op richting de Dronketurm. Hier staan veel lipbloemigen en grasklokjes.
In het tweede deel van dit reisverslag maken we onder andere kennis met de Keltische godin Caiva en bezoeken burchten en het Eifel-Vulkanmuseum.