Kelten, Romeinen en steentijdmensen
We parkeren de auto vandaag op een heuvel bij Gerolstein waar we van plan zijn het Geopfad te lopen. Vanaf de parkeerplaats gaat het over de weg langs het bos, dan slaan we af door de velden en komen uiteindelijk in het bos waar we aan onze linkerhand een steengroeve zien liggen. We lopen verder en zien meteen daarna een bord met Juddekirchhof erop. Het bord volgend komen we echter uit bij een Keltisch/Romeinse Kultstätte uit het jaar 124. Het Judde slaat dan ook op de Keltische godin Caiva (in het plat Deutsch Jödde). Alle funderingen zijn blootgelegd en je kunt het hele complex overzien.
Ook staan hier veel wilde bloemen waaronder: duifkruid, st. janskruid, wilde peen, duizendblad, jakobs kruiskruid en grasklokje. Hierna gaat het omhoog een heuvel op met veel veldsalie en andere wilde bloemen. We slaan af door een hazelaarbos (waarschijnlijk een geriefbosje) en meteen na het bos zien we rechts een vulkaankrater genaamd de Papenkaule. Nu gaat het een beukenbos in waar aan onze linkerhand veel rotspartijen van 10 tot 20 meter hoog te zien zijn. Het zijn kalkriffen. We bewonderen de vele hoge, slanke en soms ook dikke beuken en komen langs een grot waar in de steentijd mensen gehuisd hebben.
Je ziet hier veel muurvaren op de rotsen, ook komen we bitterzoet, smeerwortel, heggerank en bosaardbei tegen. Aan de laatste zitten nog aardbeitjes. Als je die aardbeitjes proeft snap je niet dat we die grote aardbeien uit de winkel eten, ze zijn wel 4 keer zo klein, maar smaken ook 4 keer zo lekker.
Het pad volgend komen we bij een uitzichtpunt dat over de bossen, een deel van Gerolstein en de kale rotsen erboven uitkijkt. We lopen terug en bekijken de grot, deze is meer diep dan breed, maar niet heel erg diep. Er kunnen dus nooit veel mensen gehuisd hebben. Er zijn een aantal zijbeuken maar die eindigen snel en aan het eind loopt het omhoog en is het glad zodat je daar niet kunt staan, hier is veel kalkaanslag en ook een druipsteen. Met het blote oog is dit niet te zien dus ik belicht alles met de zaklamp van mijn mobiele telefoon. Tot slot maak ik een foto vanachter uit de grot naar de ingang toe met de flitser aan en de belichting een stop lager zodat ook de ingang goed belicht is.
Op de terugweg lopen we nog even rond de vulkaankrater, deze is ondiep, bijna een gewoon weidegebied. Dan gaat het richting een dennenbos waar staartmezen van boom naar boom vliegen. We lopen langs het bos en zien in het open veld nog 2 torenvalken en een groene specht. Ook vinden we nog klokjesgentiaan. Tot slot rijden we nog even langs de Kasselburg, nu een forsthaus met museum en roofvogelshow.
Hochsitzen en herfsttijloos
‘s Avonds lopen we vanuit het huisje in Wallenborn langs de rivier de Walmer bach het bos in. De rivier is in het begin smal en ondiep. Het pad is aan beide zijden overgroeid met loofbomen, vooral aan de linkerkant waar ze op een kalkzand richel van 2 meter hoog staan. Dit gaat over in een dennenbos. Pp een gegeven moment komen we bij een stenen bruggetje waar 2 rivieren bij elkaar komen, de voornoemde Walmer bach en de Marsbach die dan als bredere rivier verder gaan. Meteen daarna zien we een mysterieus klein maisveldje midden in het bos. Als we verder lopen zien we een hochsitz die op het maisveldje is gericht en wordt het duidelijk; het maisveldje is er voor de jacht. Achter het maisveldje bevindt zich een bosweide die vol staat met herfsttijloos. We lopen het weideveld af en komen bij een houten bruggetje met de toepasselijke naam kleine brücke.
Het bruggetje heeft een voorkomen dat je doet twijfelen of je de overkant wel gaat halen, toch wagen we het erop en komen er heel over en ook nog eens terug. Dan slaan we rechts af een paadje met leuning volgend tot we weer bij het hoofdpad uit komen. Hier staat een oude verwrongen haagbeuk die helemaal bedekt is met mos en veel aronskelk. Teruglopend zien we allerlei planten van een iets natter milieu zoals ballonklokje, centaurie (bergkorenbloem), groot springzaad, grote klis, blaassilene en robertskruid. We zien gemengde groepjes van staartmees, glanskopmees, goudvink en vink en verder gaai, winterkoninkje, huiszwaluw en merel.
Kastelen en museumbezoek
Op onze laatste dag zien we ‘s morgens bij het huisje 2 eekhoorns die druk in de weer zijn met het verstoppen van hazelnoten. De hazelaarstruiken staan op 40 meter afstand, maar af en toe verstoppen ze ze ook onder de struiken tegen het huisje. Daarbij houden ze elkaar goed in de gaten en af en toe doen ze net alsof. Fotograferen lukt niet, ze zijn veel te druk in de weer en de enige foto’s die we hebben zijn zwaar bewogen.
Hierna rijden we naar Daun waar we het Eifel-Vulkan museum bezoeken; kosten 3 euro. Het is maar een klein museum, maar het biedt verbazend veel informatie over de vulkanen, gesteentes en de ontstaansgeschiedenis van de Eifel (zowel over het gebied alsook cultuurhistorisch). De vulkanen hier zijn op een andere manier ontstaan zo blijkt. Doordat er water door de bovenlaag heen geërodeerd is, is dit in contact gekomen met het magma eronder. Hierdoor bouwde druk op en volgde een explosie die een ondiepe krater veroorzaakte soms met een lage wal er omheen. Sommige van deze kraters zijn meren geworden andere liggen droog. De Vulkaan-Eifel is er mee bezaaid.
Na het museum rijden we naar Mehrfeld, waar we bij het kleine gehucht Manderscheid 2 burchten uit het jaar 1000 bezoeken, de Oberen en Untere Burg. Ze zijn gebouwd met de onderliggende rots als fundering en opgebouwd uit natuursteen. Op de muren staan ook veel (rots)planten. Vanaf de toren is er een goed zicht op het hele complex en de Obere burg. Dan bezoeken we het Maar-museum, kosten 3 euro inclusief koffie. Hier meer over de ontstaansgeschiedenis van de natuur rond het Mehrfelder Maar aan de hand van fossielen, maar ook de huidige natuur. Als laatste lopen we het natuurpad rond het Merhfelder Maar. Het is een meer natuurlijker aandoend meer met rietgras en wilgenstruiken aan de oever en een groot deel van het meer is bedekt met het blad van de waterlelie. Het dorpje ligt tegen het meer en rond het meer ligt een hoge met bomen begroeide wal.
Een verslag van het eerste deel van onze reis door de Duitse Vulkaan-Eifel vind je hier.