De afstand tussen wit en zwart, zo wordt dynamisch bereik ook wel kort omschreven. In de fotografie wordt dit uitgedrukt in stops, waarbij elke stop een verdubbeling van de lichthoeveelheid voorstelt. Het dynamisch bereik is van belang wanneer je een onderwerp fotografeert met een groot contrast. Je wilt immers dat zowel de donkere als de lichte partijen goed doortekend zijn. Oudere digitale camera’s hebben een dynamisch bereik van een stop of zes, moderne volformaat camera’s komen boven de tien uit, de toppers zelfs tot 16.
Op het histogram op je camera of in je beeldbewerkingsprogramma is het dynamisch bereik het gebied tussen de linker- en de rechterzijde van de grafiek. Kruipt de grafiek links tegen de rand, dan is er sprake van onderbelichting en valt een deel van de opname buiten het dynamisch bereik. Hetzelfde als de grafiek rechts opkruipt, dan is er sprake van overbelichting. Bij een camera met een groot dynamisch bereik zal de grafiek niet snel links of rechts buiten het histogram vallen. Dus minder snel onder- of overbelichting.
Het dynamisch bereik is afhankelijk van de ISO waarde die je instelt. Hoe lager de ISO, hoe groter het dynamisch bereik. Bij hoge ISO waarde keldert deze tot de helft en krijg je ook veel ruis. Het is dus het best een zo laag mogelijke ISO te kiezen.