Verhouding tussen grootte onderwerp en grootte beeld
Een onderwerp heeft een bepaalde grootte. Een boom is nou eenmaal groter dan een vlinder. Toch is het afhankelijk van de keuze van je standpunt (afstand tot je onderwerp) en je lenskeuze (veel of weinig inzoomen) hoe groot je onderwerp uiteindelijk op de sensor komt. Door ver uit te zoomen kan je een boom veel kleiner in beeld brengen dan een vlinder die je met een macrolens fotografeert.
De verhouding tussen de grootte van je onderwerp en de grootte van het beeld ervan op je sensor wordt de afbeeldingsmaatstaf of vergrotingsfactor genoemd. Het heeft dus niets te maken met hoe groot je uiteindelijk af laat drukken.
Afhankelijk van afstand en brandpuntsafstand
Wanneer je dichter op je onderwerp kruipt komt het groter in beeld. Dit gebeurt ook als je verder inzoomt (grotere brandpuntsafstand). Beide zijn dus van invloed op de afbeeldingsmaatstaf. In formule termen wordt de afbeeldingsmaatstaf L genoemd en deze is gelijk aan de verhouding tussen de grootte van het beeld en de grootte van het onderwerp. Dit is dezelfde verhouding als de afstand van objectief tot onderwerp, de voorwerpsafstand v, en de afstand van objectief tot sensor, de beeldafstand b.
L = b / v
Zowel voorwerpsafstand v als de beeldafstand b zijn zelf weer afhankelijk van de brandpuntsafstand f. Op basis van deze drie grootheden, v / b / f is de afbeeldingsmaatstaf te berekenen.