Chromatische aberratie oftewel kleurschifting ontstaat doordat de lens het binnenvallende licht niet op dezelfde manier breekt. De breking van rood licht is anders dan die van blauw licht. Je ziet dat als blauwe, paarse of groene randen aan de rand van je object, bijvoorbeeld een tak of boomstam. Eigenlijk hetzelfde wat gebeurt met zonlicht in een regendruppel. Het witte licht breekt en valt uiteen in de kleuren van de regenboog.
Het verschijnsel treedt vooral op bij gebruik van minder goede lenzen en is het sterkst zichtbaar aan de randen van het beeld. Goede objectieven bestaan uit een samenstelling van glaselementen die deze afwijkingen zoveel mogelijk opheffen. Zoveel mogelijk, want helemaal te voorkomen is het niet, ook niet bij heel dure lenzen.
Achteraf is er nog wel wat te corrigeren aan deze kleurafwijkingen. Beeldbewerkingsprogramma’s als Lightroom hebben instellingen waarmee je de kleurverschuivingen teniet kunt doen.