Zonder erbij stil te staan, wordt onze manier van kijken door talrijke aspecten beïnvloed en gestuurd. Vaak gaat het om hele simpele zaken, veroorzaakt door onze lichaamsbouw, de werking van onze ogen en de verwerking van alle informatie in onze hersenen. Juist omdat deze sturing zo onbewust gebeurt, is het goed om eens bij deze aspecten stil te staan. Ze beïnvloeden immers niet alleen onze manier van kijken, maar daarmee dus ook de uiteindelijke manier van fotograferen. Door bewust te zijn van onze manier van kijken, kun je er ook bewuster van afwijken. Een van deze aspecten is ‘licht’.

Licht
Zonder de gehele biologie van de mens te beschrijven, bevinden zich in ons netvlies twee soorten zintuigcellen: staafjes (90%) en kegeltjes (10%), samen goed voor 126 miljoen lichtsensoren (‘126 megapixels’). De staafjes nemen geen kleur waar, maar zijn gevoelig voor licht. Dankzij de staafjes kunnen we in het donker zien. Met de kegeltjes zien we kleuren. Ze zijn echter niet zo lichtgevoelig, waardoor ze alleen overdag van nut zijn.
Daarmee zijn we er nog niet. De kegeltjes zijn op hun beurt weer onder te verdelen in drie typen: kegeltjes gevoelig voor rood licht, kegeltjes gevoelig voor (geel)groen licht en kegeltjes gevoelig voor blauw licht (RGB). Ze zijn niet evenredig in aantal verdeeld: rood 64%, groen 32% en blauw 4%. Mede hierdoor merken we rood veel eerder op.
Zonder licht komen we nergens en zijn we niet in staat te fotograferen. Licht is letterlijk van levensbelang. Geen wonder dat we licht nauwelijks kunnen negeren. Denk maar eens aan de zonsondergang. Langzaam zakt die oranje bol richting de horizon. Het gehele landschap baadt in prachtig licht. Grote kans dat je het niet eens in de gaten hebt en dat de camera steeds op de zon gericht is…
Licht trekt dus de aandacht. Hoe compacter dat het lichte element in de ruimte is, hoe meer het opvalt. Zo valt in een grot die ene lantaarn meteen op, maar de TL-balken in het plafond van een kantoorgebouw nog amper. Het is dit principe waarom lichte bordjes je in een donkere ruimte de weg wijzen naar de nooduitgang.

Kansen en bedreigingen
Licht trekt dus de aandacht. Hier kun je dankbaar gebruik van maken wanneer jouw onderwerp in de spotlight staat of het lichtste element in je foto is. De blik van de toeschouwer wordt dan automatisch gevangen: dat is het onderwerp, niks meer en niks minder.


Omdat licht zo enorm dominant is, kan het ook gemakkelijk de aandacht van je onderwerp wegtrekken. Dat gebeurt sneller dan je denkt. Een egale, saaie lucht boven een landschap, verdorde sprietjes in de achtergrond bij een macrofoto of kleine stukjes lucht die zichtbaar zijn in de boomkronen.
Ben er dus altijd op bedacht dat je oog het eerste kijkt naar licht. Gebruik het in je voordeel, maar probeer tevens het nadeel te elimineren.