In fotobewerkingsprogramma’s kun je de saturatie of verzadiging (engels: saturation) instellen. Bij hogere verzadiging zie je dat de kleuren veel feller worden. Vooral rood, geel en oranje knallen er uit. Dat is wel feestelijk maar niet altijd wenselijk. De felle kleurtjes kunnen in natuurfoto’s onnatuurlijk en overdreven overkomen. Gebruik de saturatie-knop dus met mate! Je kunt ook de saturatie verlagen. Dan komen de grijstinten naar voren en worden de kleuren flets. Zet je alle verzadiging uit, dan houd je geen kleuren maar alleen maar grijstinten over.
Sommige bewerkingsprogramma’s zoals Photoshop en Lightroom kennen een milde variant: levendigheid (engels: vibrance). Hiermee verzadig je sommige kleuren meer (zoals blauw) en andere (oranje en rood) wat minder. Het verlevendigt de kleur zonder dat het overdreven felle kleuren oplevert. Ook voor portretfotografie is dat een prettige knop om de huidkleur natuurlijk over te laten komen.
Geavanceerde programmas bieden de mogelijkheid om per kleur de verzadiging aan te passen. Dat geeft creatieve kansen. Zo kun je groene tinten laten verdwijnen door de verzadiging voor groen op nul te zetten, alleen grijstinten blijven dan over. Andere kleuren springen dan extra duidelijk in het oog.