Basisprincipes kleding
In dit eerste deel vooral aandacht voor wat basisprincipes, in deel twee ga ik uitgebreider in op specifieke kledingstukken. Kleding houdt je warm door een dun laagje stilstaande lucht te creëren. Lucht geleidt warmte slecht wat er voor zorgt dat warmte vastgehouden wordt en je het niet koud krijgt. Dit houdt ook in dat er twee dingen funest zijn voor isolerende kleding: wind en vocht. Is je kleding niet winddicht en waait het, dan wordt het warme laagje lucht steeds vervangen door een verse, koude laag en zul je dus afkoelen. Bij winderige condities is het extra van belang om een winddichte buitenlaag aan te trekken. Vocht is een ander probleem. Water geleidt warmte een stuk beter dan lucht. Wordt je kleding nat (door zweet of regen), gaat het aan elkaar plakken en verdwijnen de luchtlaagjes of worden ze opgevuld met water, dan gaat het isolerende vermogen verloren. Bij wollen kleding is dit effect veel minder. Later meer hierover.

Niet te warm, niet te koud
Hoe vertaalt dit zich nou naar kleding? Ten eerste is het belangrijk je te realiseren dat de meeste kleding je warm houdt, niet warm maakt. Zo’n isolerend laagje zorgt ervoor dat je niet of minder snel afkoelt, het maakt je niet warm. Zorg er dus voor dat je het warm genoeg hebt als je je aankleedt of trek op tijd iets extra’s aan. Als je het al koud hebt, is het veel lastiger het weer warm te krijgen. Maar trek ook weer niet teveel kleding aan. Je moet namelijk voorkomen dat je gaat zweten (zie het punt hierboven over vocht). Dit kan lastig zijn als je eerst een eind met een zware fototas en statief moet wandelen over ruig terrein en dan een paar uur stil moet zitten om te wachten totdat je eindelijk je mooie foto kunt maken. Bij het eerste creëert je lichaam veel warmte (en kun je gaan zweten), bij het tweede koel je juist weer af en is de isolatie extra van belang.

Kleding in laagjes
Daarom wordt vaak geadviseerd om met laagjes te werken. Dit maakt het makkelijker om een kledingstuk uit te trekken als het te warm wordt, of een extra laag aan te trekken als het toch weer te koud is. De basislaag is vaak een dun laagje dicht tegen het lichaam aan. Dit zorgt voor het eerste isolerende luchtlaagje en voert het eventuele vocht (zweet) af naar de volgende laag. Het houdt de huid droog, waardoor je minder snel afkoelt. Deze laag wordt ook wel thermisch ondergoed genoemd. De volgende laag kleding is de middenlaag en bestaat vaak uit een trui of fleece en zorgt vooral voor de isolerende luchtlaag. De buitenlaag is over het algemeen de water- en/of winddichte laag. Afhankelijk van de kou kunnen er ook meerdere middenlagen of dikkere lagen aangetrokken worden.

Wol of synthetisch?
Dan is er nog de vraag voor welk materiaal kleding je gaat, wol of synthetisch? Zeker voor de basislaag ben ik een groot fan van wol. In het geval van merinowol kriebelt dit niet, is het reukloos (handig als je een aantal dagen achter elkaar weg bent) en houdt het nog een redelijk deel van z’n isolerend vermogen als het nat is. In het begin heb ik wel synthetisch ondergoed gehad, maar dit begon echt erg snel te stinken, zeker niet prettig. Voordeel was dan weer wel dat het veel sneller droogt, dus dat het makkelijk even tussendoor te wassen is (wat met wollen ondergoed dan weer minder nodig is omdat het toch niet stinkt). Tenslotte draagt wol als natuurproduct natuurlijk veel minder bij aan het (micro-)plastic probleem dan dat synthetische kleding doet.

Dit is deel 1 van een tweedelige serie over winterkleding voor natuurfotografen. Wil je deel 2 van deze serie lezen klik dan hier.
8 reacties
Waarom wordt er niet over een muts gepraat
Daar de warmte verlies veel is via het hoofd
Ervaring als amateur astronoom