Menu

Onderdeel van Pixfactory

De lamme arend en de blinde gier: ethiek in de natuurfotografie

Natuurfotografen worden vaak erg blij van tamme vogels en zoogdieren. Fijn als een vos zich van dichtbij laat fotograferen of als een zeearend zich mooi voor de lens laat zien. Op blogs en fora wordt dit gevoel vaak gedeeld met collega fotografen : “Liet onze vaste arend zich weer zo mooi zien?” Dat het vaak gaat om vogels wiens afhankelijkheid van de mens groot is en een slechte toekomstprognose hebben wordt zelden gerealiseerd. Aan de hand van twee praktijkvoorbeelden wordt duidelijk dat het plezier van de fotograaf veelal niet parallel loopt met dat van zijn geliefde foto-onderwerp. Stof tot nadenken.
Vogelfotografen

Roofvogelvoerplaatsen, optimale fotospots

Iedereen kent natuurlijk de gierenvoerplaatsen in Spanje of de zeearendhutten in Scandinavië of Polen. Prachtige plekken waar je met genoeg millimeters uniek beeld kunt maken van roofvogels die anders ver buiten het bereik liggen. Vaak commercieel beheerd, soms ook door organisaties die met de inkomsten onderzoek- en beheerswerk aan de soort financieren. De meeste hutten zijn ooit opgezet om de predators de winter door te helpen om ze zodoende een steuntje in de rug te geven voor het broedseizoen. Door onvervuilde prooi aan te bieden werden ze gezonder en haalden meer onvolwassen vogels het volgende jaar. Tegenwoordig is daar nauwelijks meer reden toe, praktisch alle Europese roofvogelpopulaties zijn stabiel of groeiende. Alleen in Spanje zou in verband met Diclofenac, een dierengeneesmiddel, extra voeding voor aaseters nuttig kunnen zijn. Diclofenac heeft in de Himalaya voor een enorme reductie van de gierenpopulaties gezorgd en mag nu ook in de EU gebruikt worden. Een weinig vrolijk vooruitzicht.

Lammergieren voerplaats

 

Proefkonijn bij de lammergieren op Boumort

In 2004 mocht ik als één van de eersten een aantal dagen in de gierenhut zitten in de Catalaanse Pyreneeën. Die ligt in het Boumort-reservaat in de bergen boven LLeida op de route naar Andorra. Er wordt daar voor de lammer- en monniksgieren van maart tot juni gevoerd met geiten- en schapenpootjes, af en toe belandt er een hert op de voerplek. De eerste dag was het na een uur al raak, de eerste onvolwassen lammergier kwam aan gelopen en begon te eten. Groot was mijn enthousiasme, want dit was een fotografische ‘lifer’ en grote ‘wenssoort’. Met de 500mm schoot ik er lekker op los totdat de lammer zijn kop wendde en ik een dichte oogkas zag. ‘Shit, deze vogel is halfblind’ realiseerde ik me. Een hoop van m’n plezier was weg, ook al kwamen er uiteindelijk 4 soorten gieren langs die wel over hun gehele gezichtsvermogen beschikten. Het werd duidelijk dat de voerplaats ook vogels de winter door hielp die anders op een natuurlijke wijze zouden zijn overleden. Feitelijk werd door deze voerplek het lijden van kneuzen verlengd!

Halfblinde Lammergier, Boumort

Halfblinde 2e jaars lammergier

 

Lamme Zeearend poseert

Met de ervaring van de lammergierenhut in m’n achterhoofd ging ik op verschillende internet-fora foto’s van roofvogels bij hutten kritisch bekijken. Waren er mogelijk ook vaste ‘kneuzen’ bij die mijn ervaring op Boumort ondersteunde? Het antwoord kwam een aantal jaren later toen er tijdens een sneeuwwinter een ‘vaste’ zeearend meermalen werd gefotografeerd bij een hut in Duitsland. De vogel was gekleurringd en daardoor goed te herkennen en kende een grote plaatstrouw. Je kon bijna vanuit Nederland plannen om hem te gaan fotograferen nadat je het weerbericht had gecheckt op mooi licht. De reacties van de afgereisde fotografen waren euforisch en de commentaren op de fora louter positief. Toen dezelfde arend in maart van dat jaar uitgeput werd opgeraapt door de huttenbeheerder was de verslagenheid groot, zeker toen bekend werd gemaakt dat de zeearend waarschijnlijk aan een loodvergiftiging was overleden. In Duitsland mag nog met loodhagel worden gejaagd waardoor aangeschoten wild uiteindelijk vaak door zeearenden wordt verorberd, inclusief het zwaar giftige lood. Het was een optie, waar op dat moment geen direct bewijs voor was. De fotografen troostten zich met de gedachte dat men de vogel ‘in zijn goede tijd’ mooi op de sensor had weten te zetten, iets wat houvast gaf en het verdriet temperde. Vele online-condoleances volgden. Daarna werd het stil en ging men over tot de orde van de dag.

De echte doodsoorzaak van de Duitse zeearend

In juni van dat jaar was ik toch wel nieuwsgierig naar de doodsoorzaak en mailde een Duitse onderzoeker in Berlijn. Oscar doet sectie op dode zeearenden en mogelijk dat hij deze vogel kende. Toevallig had hij net deze arend een week eerder onderzocht en zijn conclusie was: Uitputting door groot rechter-vleugeltrauma wat tot zware handicap en uitputting had geleid. Oscar voegde er nog aan toe dat deze arend, gezien de grote slijtage aan zijn klauwen, lange tijd op de grond moest hebben geleefd. Zeearenden vertoeven in rust normaliter in bomen waarbij de belasting door de hele poot wordt gedragen en de klauw/nagel slijtage gering is. Als dit allemaal klopte dan zouden die fotografen ongemerkt allemaal een lamme & gehandicapte zeearend hebben gefotografeerd! Dat leek me onwaarschijnlijk, ik legde dit voor aan een bevriende fotograaf. Die zei: ‘Als jouw verhaal klopt zou je die vergroeide vleugel moeten kunnen zien op de daar gemaakte foto’s!’. Direct de bewuste foto’s gecheckt en inderdaad: zichtbaar sleept z’n rechtervleugel over de grond! Een paar fotografen benaderd die direct meldden dat deze arend goed vloog toen zij er waren, soms is de wens de vader van de gedachte.

Uiteindelijk was dit geval bijna identiek aan de lammergier in Boumort, dankzij menselijk handelen werd zijn lijden verlengd. Maar er was ook een verschil: Boumort wordt niet dagelijks gemonitord en heeft een functie binnen het lammergieren- en monniksgieren beheerswerk. Er kwam een ongemakkelijke gedachte bij mij op dat de Duitse huttenbeheerder door zijn dagelijkse bezoek al weken wist van de doodsstrijd van de arend, maar liefst zo lang mogelijk wou profiteren van de tamme status.

Natuurfotografen hebben een scherpe blik, maar missen soms details.

Geef een reactie

17 reacties

  1. Het punt dat hier wordt gemaakt is (zoals Marijn Heuts al eerder opmerkt) relevant en goed beschreven. Er worden in het stuk geen namen genoemd, dus de verwijten richting auteur lijken mij off-topic.

  2. Strekking van mijn betoog is helder: de lol van de natuurfotograaf is soms omgekeerd evenredig aan het welzijn van zijn onderwerp. Dat wordt bevestigd door het volgende citaat: “zaterdag 14 maart 2009 : Meerdere fotografen hebben de afgelopen maanden mogen genieten van deze geweldige vogel. AA10 is het ringnummer van deze ruim vier jaar oude zeearend die ook voor mijn lens geposeerd heeft ” (aldus het web- verslag ). We hebben dus genoten van een geweldige vogel die feitelijk door een slecht geheelde botbreuk al enige tijd aan het einde van zijn latijn was. Dan rijst bij mij de vraag of dat zichtbaar was en waarom er wanneer is opgetreden. In dat zelfde webverslag werd uitgebreid gespeculeerd over een loodvergiftiging. Vervolgens bleef het stil en ben ik zelf op onderzoek gegaan naar de antwoorden. Dat is de simpele praktijk.

    1. Dat snap ik Martijn. Toen dat geschreven werd wist niemand nog wat er aan de hand was en toen mensen zagen dat deze vogel niet in orde was werd er gelijk besloten in te grijpen en de vogel te vangen en na te laten kijken. Niet een dag is er het door jou gesuggereerde misbruik van gemaakt. Dus beetje zwak om dit nu als verwijt en jaren later, zelfs nadat we dit al uitgebreid besproken hadden, nogmaals zo te brengen. Gebrek aan inspiratie wellicht?

      1. Zoals gesteld in de inleiding is dit een situatie die in de natuurfotografie meer voorkomt, waarschijnlijk veel meer dan jij en ik weten. Deze vogel was uitgeput, en dat wordt je als zeearend niet in één dag, dat weet jij ook. Op foto’s van meer dan een maand eerder was al te zien dat de rechtervleugeltip over de grond sleepte, met de kennis van nu kijk je er dan toch wat anders tegen aan. Mijn, blijkbaar foutieve, veronderstelling was dat de beheerder al eerder moet hebben gezien dat er wat mis was met deze regelmatige bezoeker van zijn voerplaats. Als hij jullie, en andere in die periode, gemaakte foto’s had bekeken dan had het hem als zeearendexpert moeten /of kunnen opvallen. Zoals de onderzoeker zei die de sectie verrichtte: “De poten van zeearend AA10 waren zeer afgesleten wat duidt op langdurig verblijf op de grond’ . Toen deze vogel dus in maart uitgeput werd opgepakt werd die verkeerd vergroeide rechtervleugel niet opgemerkt. Gezien de foto’s wekt dat verbazing. Maar blijkbaar niet bij andere natuurfotografen.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

17 reacties

  1. Het punt dat hier wordt gemaakt is (zoals Marijn Heuts al eerder opmerkt) relevant en goed beschreven. Er worden in het stuk geen namen genoemd, dus de verwijten richting auteur lijken mij off-topic.

  2. Strekking van mijn betoog is helder: de lol van de natuurfotograaf is soms omgekeerd evenredig aan het welzijn van zijn onderwerp. Dat wordt bevestigd door het volgende citaat: “zaterdag 14 maart 2009 : Meerdere fotografen hebben de afgelopen maanden mogen genieten van deze geweldige vogel. AA10 is het ringnummer van deze ruim vier jaar oude zeearend die ook voor mijn lens geposeerd heeft ” (aldus het web- verslag ). We hebben dus genoten van een geweldige vogel die feitelijk door een slecht geheelde botbreuk al enige tijd aan het einde van zijn latijn was. Dan rijst bij mij de vraag of dat zichtbaar was en waarom er wanneer is opgetreden. In dat zelfde webverslag werd uitgebreid gespeculeerd over een loodvergiftiging. Vervolgens bleef het stil en ben ik zelf op onderzoek gegaan naar de antwoorden. Dat is de simpele praktijk.

    1. Dat snap ik Martijn. Toen dat geschreven werd wist niemand nog wat er aan de hand was en toen mensen zagen dat deze vogel niet in orde was werd er gelijk besloten in te grijpen en de vogel te vangen en na te laten kijken. Niet een dag is er het door jou gesuggereerde misbruik van gemaakt. Dus beetje zwak om dit nu als verwijt en jaren later, zelfs nadat we dit al uitgebreid besproken hadden, nogmaals zo te brengen. Gebrek aan inspiratie wellicht?

      1. Zoals gesteld in de inleiding is dit een situatie die in de natuurfotografie meer voorkomt, waarschijnlijk veel meer dan jij en ik weten. Deze vogel was uitgeput, en dat wordt je als zeearend niet in één dag, dat weet jij ook. Op foto’s van meer dan een maand eerder was al te zien dat de rechtervleugeltip over de grond sleepte, met de kennis van nu kijk je er dan toch wat anders tegen aan. Mijn, blijkbaar foutieve, veronderstelling was dat de beheerder al eerder moet hebben gezien dat er wat mis was met deze regelmatige bezoeker van zijn voerplaats. Als hij jullie, en andere in die periode, gemaakte foto’s had bekeken dan had het hem als zeearendexpert moeten /of kunnen opvallen. Zoals de onderzoeker zei die de sectie verrichtte: “De poten van zeearend AA10 waren zeer afgesleten wat duidt op langdurig verblijf op de grond’ . Toen deze vogel dus in maart uitgeput werd opgepakt werd die verkeerd vergroeide rechtervleugel niet opgemerkt. Gezien de foto’s wekt dat verbazing. Maar blijkbaar niet bij andere natuurfotografen.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Martijn de Jonge

Martijn de Jonge

Martijn de Jonge is natuurfotograaf en publicist met een grote interesse in nieuws.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: