Even terug in de tijd
Voor deze column duik ik dus even in m’n archief om te kijken wanneer ik eigenlijk die eerste viervlek fotografeerde en moet ik helemaal terug naar 26 april 2009. Ik zie de foto en er vallen me 2 zaken op: ‘Amai die is eigenlijk best wel scherp’ en ‘Amai, wat een lelijke achtergrond’. Een vaste hand heb ik dus altijd al gehad, een mooie compositie vinden is blijkbaar iets wat ik al doende leerde. Wat me ook opvalt, is dat ik meteen weet op welke plek en in welke omstandigheden ik deze foto nam. Straf toch dat ik na 12 jaar nog exact weet dat ik ’s morgens vroeg vanop Parking zuid langs de Verbindingsweg liep, het Pluisven passeerde en daar vlak naast de weg deze libel zag hangen. Het beste bewijs dat het nemen van een foto een intiem proces is dat je nog lang bijblijft. Ik ga door m’n viervlekken-archief en merk op dat ik dat inderdaad bij elke foto heb… elke foto is een tijdreis naar een intiem moment.
Telkens weer die magie
Vele jaren later, op een mooie voorjaarsdag ga ik in de Kalmthoutse heide op zoek naar Witsnuitlibellen. Ik weet een goede plek redelijk ver van de parking waar ik zeker ’s morgens helemaal alleen ben en waar zowel Noordse als Venwitsnuitlibellen in grote getalen voorkomen. Een tip die ik bij het fotograferen van en het zoeken naar bepaalde soorten altijd meegeef is: ‘’laat je niet afleiden, ga voor je doel’’. Tja, zie je daar toch een larve van een viervlek voor je voeten uit het water kruipen zeker! Ik sla mijn eigen tip in de wind en hou deze larve in ’t oog want ik kan het proces van het uitsluipen van een libel nooit genoeg meemaken, het blijft telkens een magische gebeurtenis. Een aantal meter van de oever vandaan kruipt de larve omhoog en neemt haar positie in… hier gaat het gebeuren. Wat volgt is een combinatie van pure horror, science-fiction en absolute schoonheid. Huid scheurt open, een monster komt tevoorschijn en verandert in een roofdier dat uitkleurt tot iets dat de schoonheid van vlinders overtreft: de viervlek! Ja lap, weer geen Witsnuitlibel dus…
Die vervloekte wijsvinger
En zo gaat het telkens weer… Ga ik in Ekeren op zoek naar de Bruine korenbout, kom ik een viervlek tegen die aan de tip van een varen hangt en in tegenlicht onweerstaanbaar wordt. Ga ik in het Klein schietveld op zoek naar de Maanwaterjuffer, dan hangt daar ongetwijfeld een perfect uitgekleurde viervlek aan de enige grasstengel die niet door de wind heen en weer zwiert. Ga ik zelfs helemaal in het verre Nederland op zoek naar de Sierlijke witsnuitlibel, kom ik daar toch ook weer een perfect bedauwde viervlek tegen zeker! Elke cel in m’n brein roept dat ik al honderden foto’s heb van bedauwde viervlekken, maar mijn eigenwijze armen nemen de camera uit de tas en m’n vervloekte rechterwijsvinger begint af te drukken. M’n brein bekijkt het resultaat op het schermpje en zegt: ‘’Wauw, ok, deze had je inderdaad nog niet…’’ en ‘’Wandel nu maar verder, want je bent hier voor de Sierlijke witsnuitlibel!’’
Maar nee hoor. Deze viervlek hangt zo perfect en die dauwdruppels vertroebelen mijn gezond verstand. Op automatische piloot blijf ik fotograferen en ga ik op zoek naar andere composities en details. De vleugels hangen in een bepaalde positie tegenover elkaar waardoor ik misschien een bepaalde diepte kan creëren. Na een tijdje krijg ik mijn brein terug mee aan boord dat zegt ‘’Fok die Sierlijke!’’ en samen met mijn armen en rechterwijsvinger zoeken we naar een detail waarin de dauwdruppels een hoofdrol krijgen maar waar we heel subtiel toch verraden om welke soort het hier gaat… het bekende viervlek-vlekje nog net in beeld dus.
Een schreeuw om aandacht
En zo blijf ik dus maar telkens weer die viervlekken fotograferen. Soms zelfs in de meest onmogelijke situaties. Bij onderstaande foto kwam ik aan mijn favoriete vennetje in de Kalmthoutse heide en meteen viel mijn oog op deze libel. Redelijk laag hangend tussen het storende pijpestrootje. Hoera! Eindelijk een viervlek waar ik zonder probleem aan kan voorbij lopen… Ik ga verder op zoek want misschien vind ik nog een mooi Koraaljuffertje of een vers uitgeslopen Venglazenmaker. Maar nee, ik wandel de oever van het ven verschillende keren rond en het enige wat steeds in m’n ooghoeken om aandacht vraagt is… jawel! Ook mijn gehoor slaat op hol want ondanks het feit dat libellen niet kunnen roepen, hoor ik toch steeds: ‘’Hey, Hier! Ik hang hier! Joehoe!! Hierzo!’’
Ik geef het op. Shit en damn! Ik neem plaats op een zekere afstand want ik zeg zeer rebels dat ik hem no way weeral beeldvullend ga fotograferen! De automatische piloot van compositie-zoeken neemt het over en ja hoor… Hij doet het weer. Voor de zoveelste keer verrast hij me en kom ik weer thuis met een beeld van die verrekte viervlek. Een beeld waar ik voor de zoveelste keer weer heel blij mee ben… Man, man want hou ik van die viervlekken!!
7 reacties
Mooi gepassioneerd verhaal. Geweldige foto’s en ze zijn ook prachtig
Mooi verhaal Filip en zoals steeds ook nog eens foto’s om van te watertanden. Groetjes
Geweldig Filip! Heel herkenbaar wat je beschrijft. Ik betrap me er zelf ook op. Vaak denk “Die heb ik al” En dan toch terug lopen. Ik ben verknocht aan deze prachtige insecten. Mijn favoriet is de platbuik. Kan er geen genoeg van krijgen! Als je met het libellen virus bent besmet kom je er niet meer van af. Leuke column Filip! groet, Alex