Menu

Onderdeel van Pixfactory

Invasieve exoten: nachtmerrie of zegen?

Op een mooie maandagochtend in mei kreeg ik van een van mijn vrijwilligers bij Natuurmonumenten een mailtje die ik het liefst als Boswachter Ecologie niet zou willen ontvangen. Op de meegestuurde foto’s stond onze grootste nachtmerrie. Watercrassula. Ik liet alles uit mijn handen vallen en vertrok zo snel als ik kon met een schep en laarzen naar het Laegieskamp, ons blauwgrasland dat vol met zeldzame planten staat. Want ik wist: als deze invasieve exoot vrij spel zou krijgen, dan was het gedaan met de water- en oeverplanten. De watercrassula zou alles overwoekeren en zou het einde betekenen voor veel bijzondere nat schraallandsoorten.
wasbeerhond
Wasbeerhond. Fotograaf: Luc Hoogenstein
watercrassula
Watercrassula. Fotograaf: Luc Hoogenstein

Wat is een exoot?

Exoten komen van nature niet in Nederland voor, maar zijn door menselijk handelen bij ons terecht gekomen. Exoten bereiken ons land via transport, handel of toerisme. Japanse duizendknopen en waterteunisbloemen waren gewoon in tuincentra te verkrijgen, aquariumzaken verkochten smalle waterpest voor in het aquarium en op dierenbeurzen kon je gewoon wasbeerhonden en Siberische grondeekhoorns kopen. Via ballastwater van grote schepen bereikten allerlei soorten exotische schaaldieren onze wateren. Zeldzaamheden zoals roodkeelnachtegalen, dikkopschildpadden of walrussen zijn geen exoten omdat die hier op eigen kracht gekomen zijn.

wasbeer
Wasbeer. Fotograaf: Luc Hoogenstein

Gelukkig overleeft maar een klein deel van de exoten in ons land, maar die paar soorten die het wél overleven kunnen een luilekkerland zonder vijanden aantreffen. En dan kan het heel snel misgaan. Als een soort zich snel gaat vermeerderen, dan wordt het een invasieve exoot genoemd. Invasieve exoten kunnen onze inheemse soorten verdringen. Het bekendste voorbeeld is de Europese rivierkreeft, die in Nederland bijna uitstierf door de komst van de rode Amerikaanse rivierkreeft.

Grote waternavel, wasbeerhonden en rosse stekelstaarten

Sinds de watercrassula werden we in en om het Naardermeer regelmatig geconfronteerd met andere uitermate vervelende exoten. We schepten grote waternavels uit de sloten, maaiden Canadese guldenroede en late guldenroede voor de bloei weg, staken reuzenberenklauwen uit, gingen de strijd aan met de wasbeerhond en deden ons best om, met succes, Japanse duizendknoop uit te roeien. De muskusrattenvangers vingen af en toe een muskusrat, maar hun fuiken zaten meestal vol met rode Amerikaanse rivierkreeften. En dan nog maar te zwijgen over marmergrondels, rosse stekelstaarten, een wasbeer en andere ongewenste exoten die sindsdien zijn verschenen. Natuurbescherming is ook invasieve exotenbestrijding.

Maar niet elke invasieve exoot is een probleem.

Marmergrondel
Marmergrondel. Fotograaf: Luc Hoogenstein

Konijn

Wacht even, konijn, is dat een exoot? Jazeker, konijnen komen van nature niet in Nederland voor en zijn eeuwen geleden voor de jacht naar ons land gehaald uit Spanje en Portugal. Hier gedijde de soort uitstekend, waardoor het konijn een algemene soort werd. Het werd zelfs een onmisbare soort voor het tegengaan van vergrassing van de duinen. Door een toename in stikstofdepositie begon het gras steeds harder te groeien, waardoor de konijnen onbewust de functie toebedeeld kregen van graslandbeheerder. Door het gras kort te houden kregen tal van typische duinplanten de kans om te blijven voortbestaan. En konijnen zijn zelfs belangrijk voor een rode lijstsoort: tapuiten maakten gebruik van konijnenholen om in te broeden. Toen onlangs de konijnenpopulatie van Vlieland hard geraakt werd door verschillende ziekten werden er konijnen van de Maasvlakte naar Vlieland gebracht. Konijnen zijn tegenwoordig onmisbaar voor de instandhouding van de duinen. Een mooi voorbeeld van een exoot die zijn plek gevonden heeft (maar vraag je aan een Australiër of Nieuw-Zeelander wat hij van konijnen vindt, dan zal het antwoord het tegenovergestelde zijn).

konijn in de duinen
Konijn in de duinen. Fotograaf: Luc Hoogenstein

Er zijn er meer voorbeelden van exoten die nut hebben. Japanse oesterbanken nemen in de Waddenzee de rol van de kwijnende mosselbanken over, waardoor veel soorten die afhankelijk zijn van de beschutting van mosselbanken toch kunnen overleven.  Driehoeksmosselen en quaggamosselen zijn een reden geweest waarom duikeenden als kuifeend en tafeleend in de wintermaanden genoeg te eten hadden. Ook ons voedsel bestaat voor een belangrijk deel uit exoten. Aardappels komen uit Zuid-Amerika en tomaten uit Midden-Amerika, bijvoorbeeld. Het fascinerende is dat daardoor ook weer échte invasieve exoten onze kant op zijn gekomen, zoals de Coloradokever en de tomatenmineermot. De ene exoot is voeding voor de andere exoot. Overigens ben ik zelf ook niet helemaal heilig: ik heb paar exoten in de tuin rondscharrelen, mijn kippetjes. Kippen komen van oorsprong uit Zuidoost-Azië. Maar deze exoten zijn onder controle: het zijn allemaal vrouwtjes en ze komen niet verder dan onze tuin. Geen kans op een explosieve verovering van Nederland.

De oplossing

Moeten we blij zijn met al die nieuwkomers in de natuur? Het korte antwoord is: nee. In een goed functionerend ecosysteem horen simpelweg geen exoten thuis. Onze natuur is normaal gesproken sterk genoeg om exoten het hoofd te bieden en daar ligt het probleem. Ons land is zó op zijn kop gezet dat er nauwelijks nog sprake is van echte natuur, waardoor exoten vrij spel kunnen krijgen om het land te veroveren. Willen we iets voor onze natuur doen, dan moeten we zorgen voor grote, veerkrachtige, robuuste, aaneengesloten natuurgebieden én moeten we de verspreiding van slechte invasieve exoten zoveel mogelijk de kop indrukken. Twee enorme uitdagingen. Voorlopig komen we op beide fronten nog niet verder dan pappen en nathouden. Dat is geen exotenbestrijding maar symptoombestrijding.

Terug naar de watercrassula in het Laegieskamp. Na een middag verwijderen en ingraven van watercrassula leken de plantjes verdwenen te zijn. Maar watercrassula is sterk. Laat één klein stukje wortel of stengel achter en er groeit een nieuwe plant uit. Het duurde vier jaar voordat we eindelijk geen watercrassula meer in het Laegieskamp aantroffen. Probleem opgelost? Nee, want uit het niets verscheen grote waternavel en konden we opnieuw beginnen met het aanpakken van een invasieve waterplant. Invasieve exotenbestrijding is een intensief, bijna wekelijks gevecht van de lange adem. Een gevecht dat we zullen moeten blijven voeren als we onze natuur willen behouden. We hebben geen keus.

Geef een reactie

Eén reactie

  1. Tuurlijk heb je wel keus! Bijvoorbeeld het geïndoctrineerde kritisch onder de loep nemen:
    De bodem onder het hele bovenstaande verhaal en redeneringen is dat mensen geen natuur zijn c.q. buiten de natuur staan – dat wereldbeeld is naar mijn mening onjuist. Vervolgens, wanneer mensen wel natuur zijn c.q. er wél deel van uitmaken, wanneer cultuur en natuur elkaar niet uitsluiten doch wanneer cultuur een deelverzameling van natuur is, is alles wat mensen doen ook natuur. Consequent denken!
    Natuur is alomvattend, eigenlijk net zoals die wet tot behoud van energie. Beiden kunnen van vorm veranderd worden, maar met het uitdijen van het heelal waarin wij leven zou je kunnen stellen dat er alleen alsmaar veel meer natuur bij komt zonder dat we dat merken. (Heel) vroeger – ik ben immers een oudere jongere – op school leerden we het nog wel correct, als levende en dode natuur (tezamen alles wat bestaat). Natuurlijk snap ik het gebruik van het woord natuur in straattaal ook wel en reflecteert dat voor mij vooral het totaal cultureel onbegrip, de blinde vlek.

    Deze kanteling van wereldbeeld heeft ook consequenties omtrent het denken over exoten en of die wel of niet welkom zijn. Vooral dat welkom zijn als discriminant is aanvechtbaar in relatie tot het exoot zijn, want op de keper beschouwd hoef je helemaal niet exotisch te zijn om onwelkom te zijn – je zal je als wolf maar in NL willen vestigen…. Aan de andere kant tuiniert vooral de (semi-)overheid in het groot met ecologisch schadelijke exoten: zo heeft Rijkswaterstaat gezorgd voor het onbruikbaar worden van grote delen waddenkust als hoogwaterrustplaats door het verspreiden van Engels Slijkgras en zijn tientallen kilometers lange bunders langs wegen en dijken ingezaaid met het ellendige Jakobskruiskruid dat notabene wereldwijd op de IUCN rodelijst van ongewenste, gevaarlijk invasieve soorten staat! En hoe kom je erbij dat “de Europese rivierkreeft, die in Nederland bijna uitstierf door de komst van de rode Amerikaanse rivierkreeft”? Kijk NDFF er even op na en zie dat de Europeaan reeds verdwenen was vanwege watervervuiling (op die ene bekende kwelvijver na) vóórdat de amerikaantjes zich vestigden. Ze wisselden elkaar rond 1985 af, doch hebben elkaar nooit ontmoet. Als drager van “kreeftpest” gooien die amerikaantjes de ecologische tuinierplannen ter herinvoering van eurokreeften natuurlijk wel in de war en misschien dat de bureau-ecoloogjes er daarom zo’n hekel aan hebben!?

    Kortom toch: jij stelt dat “Ons land is zó op zijn kop gezet dat er nauwelijks nog sprake is van echte natuur”; volgens mij is álles in ons land echte natuur, zélfs die stukkies met rondom bordjes waarop aangegeven staat dat het om natuur gaat en wat je daar allemaal niet mag, áls je er al iets mag. Om dat te illustreren hoef ik alleen Amsterdam of Utrecht o.i.d. maar aan te halen, want als je van grote biodiversiteit houdt kun je nog maar het best in zo’n stad gaan. Het andere uiterste aan natuur in ons land is hetgeen agrarisch gebruikt wordt, nog ongeveer het halve land, en waar men de uiterste best doet een ecologisch maanlandschap te creëren en dat gaat ze ook best goed af. Maar natuur kan ook heel klein zijn: samen met een buurman hebben we de afgelopen 5 jaar 1355 soorten op onze erfjes geteld (en keurig op wrn ingevoerd), daar komen nogal wat “echte natuurgebieden” die ook nog eens groter zijn niet aan en het staat uiteraard in complete tegenstelling met de agrapercelen rondom. Maar tegen de pakembeet 10000 soorten in Amsterdam kunnen we uiteraard nooit op….

    Leuk opstel, hebben we het tenminste weer eens ergens over 😉

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Eén reactie

  1. Tuurlijk heb je wel keus! Bijvoorbeeld het geïndoctrineerde kritisch onder de loep nemen:
    De bodem onder het hele bovenstaande verhaal en redeneringen is dat mensen geen natuur zijn c.q. buiten de natuur staan – dat wereldbeeld is naar mijn mening onjuist. Vervolgens, wanneer mensen wel natuur zijn c.q. er wél deel van uitmaken, wanneer cultuur en natuur elkaar niet uitsluiten doch wanneer cultuur een deelverzameling van natuur is, is alles wat mensen doen ook natuur. Consequent denken!
    Natuur is alomvattend, eigenlijk net zoals die wet tot behoud van energie. Beiden kunnen van vorm veranderd worden, maar met het uitdijen van het heelal waarin wij leven zou je kunnen stellen dat er alleen alsmaar veel meer natuur bij komt zonder dat we dat merken. (Heel) vroeger – ik ben immers een oudere jongere – op school leerden we het nog wel correct, als levende en dode natuur (tezamen alles wat bestaat). Natuurlijk snap ik het gebruik van het woord natuur in straattaal ook wel en reflecteert dat voor mij vooral het totaal cultureel onbegrip, de blinde vlek.

    Deze kanteling van wereldbeeld heeft ook consequenties omtrent het denken over exoten en of die wel of niet welkom zijn. Vooral dat welkom zijn als discriminant is aanvechtbaar in relatie tot het exoot zijn, want op de keper beschouwd hoef je helemaal niet exotisch te zijn om onwelkom te zijn – je zal je als wolf maar in NL willen vestigen…. Aan de andere kant tuiniert vooral de (semi-)overheid in het groot met ecologisch schadelijke exoten: zo heeft Rijkswaterstaat gezorgd voor het onbruikbaar worden van grote delen waddenkust als hoogwaterrustplaats door het verspreiden van Engels Slijkgras en zijn tientallen kilometers lange bunders langs wegen en dijken ingezaaid met het ellendige Jakobskruiskruid dat notabene wereldwijd op de IUCN rodelijst van ongewenste, gevaarlijk invasieve soorten staat! En hoe kom je erbij dat “de Europese rivierkreeft, die in Nederland bijna uitstierf door de komst van de rode Amerikaanse rivierkreeft”? Kijk NDFF er even op na en zie dat de Europeaan reeds verdwenen was vanwege watervervuiling (op die ene bekende kwelvijver na) vóórdat de amerikaantjes zich vestigden. Ze wisselden elkaar rond 1985 af, doch hebben elkaar nooit ontmoet. Als drager van “kreeftpest” gooien die amerikaantjes de ecologische tuinierplannen ter herinvoering van eurokreeften natuurlijk wel in de war en misschien dat de bureau-ecoloogjes er daarom zo’n hekel aan hebben!?

    Kortom toch: jij stelt dat “Ons land is zó op zijn kop gezet dat er nauwelijks nog sprake is van echte natuur”; volgens mij is álles in ons land echte natuur, zélfs die stukkies met rondom bordjes waarop aangegeven staat dat het om natuur gaat en wat je daar allemaal niet mag, áls je er al iets mag. Om dat te illustreren hoef ik alleen Amsterdam of Utrecht o.i.d. maar aan te halen, want als je van grote biodiversiteit houdt kun je nog maar het best in zo’n stad gaan. Het andere uiterste aan natuur in ons land is hetgeen agrarisch gebruikt wordt, nog ongeveer het halve land, en waar men de uiterste best doet een ecologisch maanlandschap te creëren en dat gaat ze ook best goed af. Maar natuur kan ook heel klein zijn: samen met een buurman hebben we de afgelopen 5 jaar 1355 soorten op onze erfjes geteld (en keurig op wrn ingevoerd), daar komen nogal wat “echte natuurgebieden” die ook nog eens groter zijn niet aan en het staat uiteraard in complete tegenstelling met de agrapercelen rondom. Maar tegen de pakembeet 10000 soorten in Amsterdam kunnen we uiteraard nooit op….

    Leuk opstel, hebben we het tenminste weer eens ergens over 😉

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

luc hoogenstein

luc hoogenstein

Schrijver, natuurfotograaf, voetbalcoach, natuurbeschermer, dwarsdenker, wereldreiziger, reisleider, Canon, Handboek Vogels van Nederland, etc.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: