Wat als ik nu een brave zou zijn geweest? Hoe vaak was ik dan in het park geweest? Had ik dan ook zo vaak naar de wolken gekeken?
Eenmaal loopvaardig is er niets leukers dan struinen door het plantsoen, hutten bouwen en bomen klimmen (brr wat hoog, naar boven was zo makkelijk…). En ja, ik zoek altijd de rand op. Of beter: de rand is er altijd net iets eerder dan ik denk. Regelmatig plons ik zo in de watergang of is er één van de duizend andere oorzaken die zorgen voor volle wasmachines.
Wat als mijn ouders me niet de vrijheid van het ontdekken gunden, geen zin hadden in alweer vieze kleren?
Buiten zijn, daar draait het om in mijn kinderjaren, al is de Nintendo ook geen vervelende bezigheid. Ik ga bij de scouting: hutten bouwen, legaal fikkie stoken (het aanleggen van een immens rookgordijn door hele bergen nat gras op het vuur te gooien is dan weer niet de bedoeling), ingewikkelde knopen leren die ik helaas al lang weer vergeten ben en ranja met zandkorrels.
Wat als ik blokfluit was gaan spelen of achter een bal aan was gaan rennen?
Na het vertrek van verschillende leiders bij de scouting vind ik bij het IVN een nieuw onderdak. We pluizen braakballen uit, maken met gips eigen fossielen en scheppen waterdieren. Helaas duurt het IVN-avontuur niet zo heel lang, want ik word te oud. Dan toch op voetbal, maar hou dat na één doelpunt alweer voor gezien. Thuis gaan we er vaak op uit, naar de natuur, niet al te ver, maar steeds verrassend. Op een onverwachte plek in Zeeland ontdek ik een fossiel van een varen. De steen blijkt meer dan 200 miljoen jaar oud! Hoe bizar, de dino’s lopen nog niet eens rond. Nadere speurtochten leveren kilo’s aan stenen op die met veel moeite naar huis gesleept worden.
Wat als ik op het strand nu alleen maar een zandkasteel gebouwd had?
Het voorgezet onderwijs breekt aan. De studie vraagt even te veel tijd. De leeftijd laat nu wel kinderarbeid toe. In de vakantie werk ik me uit de naad bij een bankkantoor als filiaalmanager. Ik regel het geldtransport, neem travellercheques in en zorg ervoor dat de winkeliers beschikken over voldoende wisselgeld. Na 4 weken ben ik gesloopt, maar heb genoeg gespaard voor een spiegelreflex. Mooi in de aanbieding, inclusief korte telelens. Al mijn zakgeld gaat op aan fotorolletjes (wachten op de aanbieding bij de Trekpleister: 3 rolletjes voor maar 15 gulden!).
Wat als ik dit bijbaantje niet gehad zou hebben, of minder geld verdiende. En wat als ik überhaupt nooit die camera gekocht had?
Mijn interesse voor groen blijft. De open studiedagen breken aan. Ik bezoek de UFO dat Larenstein blijkt te zijn. Mijn interesse gaat uit naar Bos- en Natuurbeheer. De verplichte tropenstage vormt een teleurstelling. Gelukkig weet een andere studie in Velp wel mijn aandacht te trekken: tuin- en landschapsarchitectuur.
Wat als ik geen groene opleiding gevolgd zou hebben?
Het romantische beeld van Rob de tuinman (wie kent ‘m nog?) verdwijnt de eerste week en daarmee direct ongeveer een kwart van alle studenten… Ik blijf. Bij de studie leer ik anders te kijken naar het landschap. Saaie landschappen blijken ineens open geschiedenisboeken.
Wat als ik deze studie niet had volbracht?
Na de studie is het eerst tijd voor een reis. Met enkel een tent reis ik samen met mijn afstudeervriend door heel Scandinavië (kerstmuziek in Lapland, midden in de zomer…). De zoektocht naar een baan brengt me naar Limburg. Hier werk ik aan uiterst diverse projecten, van dorpspleintjes tot hele vakantieparken, van natuur tot gecultiveerd voetbalveld. En de natuur? Die is er prachtig en vooral uiterst gevarieerd.
Wat als ik niet in Limburg was beland?
Na een aantal jaartjes Limburg leer ik mijn huidige vrouw kennen. Ook zij is van de natuur. Samen wandelen we heel wat af. Er komt een digitale camera van 2 megapixel… gevolgd door eentje met wat meer zoom. Het gaat niet om fotografische hoogstandjes, ik fotografeer gewoon onze ontdekkingen. Eenmaal opnieuw bezeten door het fotografievirus gaat het hard. Er komt een digitale spiegelreflex, nieuwe objectieven en uiteindelijk de lang begeerde full frame.
Wat als ik mijn vrouw niet had leren kennen? Wat als die niets met de natuur had?
Mijn baas is modern en flexibel. Hij stilt mijn honger naar fototijd door me eerst vier en later zelfs drie dagen te laten werken. En dan ook nog eens verspreid, zodat ik zoveel mogelijk vrije ochtenden heb (ochtendlicht!). De honger wordt niet gestild, maar wordt alleen groter. Mijn vrouw moedigt me aan om voor de fotografie te kiezen. Lang twijfel ik, maar uiteindelijk gaat het roer om. Ruim een jaar ben ik nu fulltime natuurfotograaf, heerlijk!
Wat als mijn vrouw me niet gesteund had in mijn ontwikkeling als natuurfotograaf? Wat als mijn baas minder flexibel was?
Als fotograaf probeer ik de factor toeval tot het minimum te beperken. Projecten ontstaan in mijn hoofd en hoeven buiten alleen nog tot uitvoering te worden gebracht. Maar ja, toevallig is het deze ochtend in tegenstelling tot de verwachtingen toch mistig, zit er bovenop dat kapelletje toch net een vogel en valt het zonlicht wel heel mooi door die ene boom. Toeval bestaat!
En wat als… ?
Gelukkig heb ik geen glazen bol!
10 reacties
Bob, wat een pracht artikel. Het leven bestaat uit toeval, en hoe wij in staat zijn om op beslissende momenten dat toeval een beetje te helpen. We zijn allemaal kunstenaars, waarin is een combi van toeval, talent, durf en inzet. Nog heel veel mooie jaren toegewenst waarin je volop jouw talenten na kan jagen!
Dank je Menno!