Fagradalsfjall , de film…
Op pad in coronatijd
Het was puzzelen of het mij zou lukken. IJslands’ eis dat je minimaal 2 weken volledig gevaccineerd moest zijn, ging mij vanwege mijn bouwjaar niet lukken. Dankzij een vriendelijke GGD’er kon ik mijn tweede prik vervroegen maar niet genoeg. ‘Gelukkig’ (een relatief begrip maar in dit geval kwam het voor mij uit) heb ik corona gehad en via allerlei commerciële instanties kon ik last-minute een bloedtest doen. De dag voor vertrek kreeg ik het verlossende woord dat ik ‘IgG positief’ was, oftewel antistoffen heb voor corona. Bewapend met pre-subscriptions, geel boekje, vaccinatiebewijzen, mondkapjes en ‘certificate of previous infection’ kwam ik langs alle checkpoints en uiteindelijk na 5 jaar op 11 juni 2021 weer op IJsland. Doel voor onze kleine expeditiegroep was Fagradalsfjall, of eigenlijk beter: de eruptie in het Fagradalsfjall (want de eigenlijk naam van de krater, de Fagradalsrhaun, gebruikt bijna niemand). Fingers crossed want de week vóór onze reis was de vulkaan inactief geweest en pas een dag voor ons vertrekt begon hij weer.
De eerste hike: deceptie
Gelukkig voor ons, en vele anderen, bevindt de nieuwe vulkaan zich op korte afstand van zowel vliegveld als de hoofdstad Reykjavik. Dat maakt snel schakelen op basis van weersverwachtingen mogelijk. Vanaf het vliegveld zijn we meteen eerst de vulkaan gaan verkennen. Er zijn een drietal ‘wandelingen’ gemarkeerd naar verschillende plekken rond de krater. Waar je in april nog op het ’theater’ kon staan, een kleine heuvel vlakbij de krater, kan dat in juni al lang niet meer. Rond de krater zijn inmiddels diverse dalen volgelopen met metersdikke lagen lava waarbij het wel lijkt dat het is afgekoeld maar onder de harde korst nog steeds vloeibaar en heet is. Onze eerste kennismaking was met een lavaveld in een lager gelegen dal, overal stoom en stank van rotte eieren. De krater zelf ligt echter hoger, in de laaghangende bewolking, en alleen de twee hellingen zijn zichtbaar waar de lava destijds vanaf is gestroomd om dit dal te vullen. Ondanks de warmte en reuk voelt het toch een beetje als een teleurstelling. Ik hoop nog wel echt een vulkaan te gaan zien.

De tweede hike: gebulder
De volgende dag zijn we teruggekeerd. Het weer zou de hele periode turbulent blijven met een verkeerd liggend lagedrukgebied met veel regen, harde wind en vooral lage bewolking en dus mist in de de bergen. We kozen voor de westelijke route, een veel langere hike met een zware klim schuin de berg op. Eenmaal bovenop een hoogvlakte was de mist zó dik dat zelfs het lopen van paaltje naar paaltje nagenoeg onmogelijk is. Tezamen met de harde wind en horizontale regen een uitdagende tocht over de rotsen. Echter, juist omdat we weinig zagen was het moment dat we de vulkaan voor het eerst hoorden enorm indrukwekkend. Vanuit het niets begon het te bulderen wat zich nog het beste laat omschrijven als een mix tussen een stenen lawine en een donderbui. Nauwelijks hadden we dat gehoord of we stonden aan de rand van het oudste lavaveld, vlakbij de krater… dicht echter volledig aan het zicht was onttrokken door de mist. Overal uit de lava ontsnapte stinkende rook, was het warm en benauwd. Je ziet geen hand voor ogen en om het half uur hoor je rommelend gedonder vanachter de mist. Fotografisch nog niet wat ik had gehoopt maar de beleving was enorm!

De derde hike: vuur!
De volgende dag / nacht zou het weer opknappen. Nu hoef ik niet per se zonnetje, sterker nog, ik wilde liever geen zon. Juist de donkerde wolken die niet alleen IJsland zo kenmerken geven een veel mooiere sfeer aan een vulkaan dan een lieflijke blauwe lucht. Daarnaast hadden we vooraf al besloten om ook vooral ’s avonds en ’s nachts op pad te gaan. Vlak vóór midzomer wordt het op IJsland eigenlijk niet donker maar wel nog zó donker dat het licht en vuur uit de vulkaan dan veel mooier overkomen dan midden op de dag. Deze keer stond de derde en laatste gemarkeerde route op de planning. De berg op aan de voorkant van de vulkaan. Weliswaar is de afstand tot de krater groter dan gisteren maar je kunt dan meer in de krater kijken en ook het uitstromende lava bevindt zich nu aan die kant. Deze tocht was zwaar, schuin de berg van grit en losliggende stenen op, weliswaar over een pad waar al velen ons waren voorgegaan maar niet pad wat ooit bedoeld was om te lopen. De lucht klaarde op, de wolken trokken hoger en voor het eerst hadden we uitzicht op de daadwerkelijke vulkaan… De frequentie van uitbarsting leek wat toe te nemen en iedere uitbarsting begon met oranje / roze rook boven de krater.


Samen met honderden andere hikers hebben we een paar uur gebiologeerd naar het steeds terugkerende fenomeen gekeken. Telkens voorafgegaan door roze rook, daarna een paar minuten brakend en spuwend om weer in rust te gaan. We beseften ons dat we enorm veel geluk hadden want de week voor onze reis was er niets gebeurd… Toch is beleving minder als je samen met zoveel andere mensen staat te kijken, op de één of andere manier heb je behoefte aan eenzaamheid op zo’n moment, het idee dat je de enige bent.
De vierde hike: lava
Eenmaal thuis in de jeugdherberg hebben we een tijdlang over de kaart gebogen gezeten. We hadden inmiddels de drie gemarkeerde routes gehad maar op dit moment stroomde de vulkaan uit in het Meradallir, een dal verderop. Ik wilde dolgraag de stromen van lava zien en daar hadden we de beste kans. Daarom een eigen route opgezet via een 4×4 track naar de achterkant van de vulkaan langs het jongste uitstroomveld. Na 1,5uur lopen arriveerden we bij de rand van het lavaveld, meer dan 2km van de vulkaan af. Hier troffen we nog steeds vloeibaar lava aan want langzaam stroomde, uitbraakte, stolde en weer stroomde. Een dikke stroperige gloeiend hete massa…


De laatste hike: apotheose
De weersverwachting sloeg om met nog hardere wind, lage bewolking en veel regen. Naast de weerapp Ventusky werd het live beeld van de vulkaan onze vaste check. Niet alleen konden we zien hoe actief de vulkaan was maar vooral ook… of hij zichtbaar was. Woensdagochtend hebben we daarom besloten om een rit naar het volgende Schiereiland Snaefellsnes te maken met de meest gefotografeerde berg Kirkufjell waar het toevallig toen net even droog was. Achterin de 4×4 bus was het heerlijk dommelen maar tegelijk wel beseffen dat de komende nacht, vlak vóór vertrek naar huis, de laatste kans was op een spectaculaire ontmoeting met de Fagradalsrhaun.
Terug in Reykjavik de koffers ingeladen zodat we niet meer terug hoefden en op pad voor de laatste hike. We volgende dezelfde route als de vorige dag, langs het lavaveld tot zo dicht we konden naderen. Waar we de voorgaande dag kleine stromen lava de berg af hadden zien komen om het Meridallir te vullen werden we verrast grote stromen en indrukwekkend uitzicht op het veld. Ondanks de nog steeds harde wind durfde ik het voor het eerst aan om de drone op te laten (in mijn achterhoofd de filmpjes van drones die werden opgeslokt door de lava).


Tegen 1:00 uur besloot de helft van onze expeditiegroep terug te gaan naar de bus voor een paar uur slaap, we werden om 5:00 uur verwacht op het vliegveld. Samen met mijn twee collega fotografen besloten we om ook de laatste uren nog te blijven in de hoop het beeld- en videomateriaal nog wat verder aan te vullen. De berg waar we een paar dagen eerder op hadden geklommen leek het mooiste uitzicht te geven, alleen was omlopen naar het pad geen optie meer in de tijd. Achteraf bekeken was het geen handige actie om gewoon recht omhoog te klauteren, een steile berg van grit en losliggende rotsblokken ziet er vanaf onderen een stuk haalbaarder uit dan als je eenmaal halverwege wankelt. Daarnaast kwam inmiddels de mist ook al weer opzetten. Toch hadden we vanaf hier het mooiste uitzicht midden de krater in met uitbulkende stromen lava. Misschien was het vooral ook wel dankzij de mist dat de sfeer tegelijk adembenemend als vooral ook erg angstaanjagend was.

Na afloop…
5 dagen op IJsland is een onderdompeling maar op het moment dat je weer thuis bent besef je je bijna niet meer dat je bent weggeweest. Dan bekijk je je beelden en vertel je verhalen en besef je je nog meer dat het aan mensen die niet naast je hebben gestaan bijna onmogelijk is om over te brengen wat het gevoel is bij een vulkaan. De beleving, het gebrul, de angstaanjagende lavastromen, de hitte, de stank… allemaal zintuigelijke ervaringen die je met foto’s zo slecht kan overbrengen. Ik heb de natuur in haar meest oervorm, meest verwoestende en tegelijk meest mooie vorm mogen aanschouwen. Dit is wel het meest indrukwekkende natuurspektakel wat ooit heb mogen beleven maar hoe breng je die beleving over? Ik hoop dat het met mijn verhaal iets is gelukt maar misschien nog wel meer met de film.

Geniet ervan!
Johan
38 reacties
Prachtig, wat een beleving
(woorden zeggen hier veel minder dan jouw prachtige foto’s)
De foto’s van de nog stromende lava, op honderden meters van de haard nog lang niet afgekoeld, die vind ik het meest indrukwekkend.
Zo is IJsland ook opgebouwd. Op een plek waar vanuit een ‘hotspot’ materiaal opwelt vanuit de diepe ondermantel (3500 km diep, grenzend aan de kern), gecombineerd met de Mid-Atlantische rug, waar Amerika en Europa uit elkaar drijven met zo 10 cm per jaar. Je kijkt dus hier naar een ventieletje waar een klein beetje van de druk uit ontsnapt die nodig is om een massa van 20 km dik over een afstand van 6000 km (en dat langs een lijn van zo’n 20.000 km lang) uit elkaar te duwen. Mooi toch?
Jij was er bij! Van harte, dank dat je het zo prachtig toont en beschrijft,
dank je wel!
Helemaal met Peter eens, maar hij heeft er dan ook verstand van! 😀
Buiten dat, verfrissend toch ook weer wat prima natuurfotografie hier die heel goed toont hoe beleving (uiteraard ook aanwezig) toch niet echte natuurfotografie hoeft te verdrukken – het kan samen gaan!
Knap het massatoerisme (200000!) ter plaatse buiten beeld weten te houden. Of waren jullie er heel snel bij voordat het storm liep?
Massa toerisme valt wel mee. Er zijn misschien een paar honderd man tegelijk bij de vulkaan maar dan ook alleen maar grotendeels op 2 van de 3 ‘aangegeven’ routes (A en C) en locaties. Uiteindelijk hebben wij 2x een vierde eigen route genomen naar de achterkant en daar waren ook wel mensen, soms, een paar. Ook kwamen wij voornamelijk ’s avonds en ’s nachts en dan is het er ook nog best rustig.
Uit je verslag maakte ik een beetje op dat er toch al best veel toerisme was. Ik wist niet eens dat je buiten de aangegeven routes mag zijn, vaak mag dat afaik vanwege begrijpelijke veiligheidsredenen niet. Er gaat niets boven ooggetuigeverslag uit de eerste hand. Ik vind het toch maar knappe resultaten met zo weinig tijd! 🙂
Een heel mooi verslag dat ik met verwondering heb gelezen/bekeken. Ik kan alleen maar jaloers zijn op zo’n indrukwekkende reis.
dank je wel!