Het is een gebied met droge vegetaties en warme zuidhellingen. Een klein Klein Zwitserland, waar je nog kunt skiën ook. De eerste jaren na de aanleg bleef de vegetatie laag en droog van soortsamenstelling. De bodem van de heuvels is ‘luchtig’. Door dit alles krijgt het Buytenpark een eigen miniklimaat dat afwijkt van de omgeving. De weerman in de aangrenzende wijk Buitenweg vertelde ons, dat als gevolg van de aanleg het droger is geworden in de wijk. De meestal uit het zuidwesten komende regens stijgen tegen de heuvels in het park en dalen na passage waardoor regen soms uitblijft. En inderdaad, onze ervaring op het hoogste punt is, dat het daar vaker spettert dan beneden.
Historie van het Buytenpark
Vlak na de aanleg is er uit de heuvels gas gewonnen, maar dat is onrendabel gebleken. Aan het nog steeds uit de gasafsluiters stromende moerasgas warm ik in de winter wel eens mijn handen. Ik heb er nooit een lucifer bij durven houden. Dat het Buytenpark anders is dan de omgeving is op de kaart van Google Earth goed te zien aan de kleur- en textuurverschillen van de bodem. Van boven bekeken manifesteert het park zich als een droogte-oase in de sappig groene graswoestijn van het Hollandse polderlandschap rondom. Wie boven, 22 meter boven NAP, op de trektelpost staat heeft een magnifiek panorama voor en achter zich. In het oosten rijst Zoetermeer op uit het geboomte van het Binnenpark. Richting noordwesten, naar Wassenaar kijkend, is in de verte tussen de kassen de Vogelplas Starrevaart zichtbaar met daarachter een aaneengesloten parkachtig bos dat er in de middeleeuwen van deze afstand ongeveer net zo moet hebben uitgezien. De adel van het Binnenhofse jaagde tussen het Haagje en Haarlem op vogels, zwijnen, herten en jonkvrouwen. De steden ter weerszijden, Leiden en Den Haag en verder naar het zuiden Delft en Rotterdam illustreren, voor wie zich erin verdiept, iets van onze geschiedenis. Het vergezicht op Leiden is heel verrassend en mooi. Door het land loopt de Zuidbuurtse Wetering naar en door Zoeterwoude, een restant van een veenriviertje dat tot in de middeleeuwen van het midden van het Groene Hart van Holland afstroomde. Over die wetering voeren in de vroege ochtend van 3 oktober 1574 de Watergeuzen naar Schans Lamme bij Leiden om de stad van het Spaanse juk te bevrijden.

Op de voorgrond beneden aan onze voeten waar nu nog sporadisch koeien grazen, is een eentonige groene vlakte ontstaan, die in het winterhalfjaar aantrekkelijk is voor grote zilverreigers, groepen grauwe ganzen en in het voorjaar voor steeds minder echte weidevogels als kievit, tureluur en grutto. Ondanks hun teruggang biedt dat gebied nog steeds kans op prachtige fotografie. Want in het voorjaar laten grutto, tureluur, krakeend en kievit zich zien aan de overkant van de dijk rond de Meerpolder. Ze zijn totaal niet schuw en laten zich gewillig vastleggen. Dat hun broedsels jaarlijks in meerderheid verloren gaan onder het maairegime uit Brussel deert de vogels dan nog niet. De volhouders vullen de lucht boven het Buytenpark met hun baltsvluchten en je schiet mooie plaatjes wanneer ze voor de telpost langs scheren. Regelmatig komt de hier broedende bruine kiekendief over en bij bepaalde wind zijn er steeds biddende torenvalken te zien. Want in dit droge gebied is aan muizen geen gebrek. De groene woestijn is dan een mooie achtergrond, die afwisselt met de blauwe weerspiegeling in de plassen aan de voet van de heuvels.
2 reacties
Goed verhaal, Arno
Zeer interessant artikel! Ik heb het met veel plezier en interesse gelezen.