Het Verdronken Land van Saeftinghe in Zeeland is in alle opzichten een uniek gebied. Het geeft je een duidelijk beeld hoe een groot deel van het Nederlandse kustgebied er 2000 jaar geleden moet hebben uitgezien. Een echt oer-landschap dus, en dat is iets waar mijn fotografenhart altijd sneller van gaat kloppen! In zo’n omgeving kom je altijd onverwachte en inspirerende onderwerpen en landschapscontrasten tegen die je in de rest van ons land niet zo gauw ziet.
In deze brakwater wildernis voel (modder!), ruik en zie je de dagelijkse getijdebeweging van de zee en de rivier de Schelde. Bij laag water loop je met het hoofd ver onder het maaiveld op de bodem van de drooggevallen kreken en zie je ribbelpatronen en andere structuren die nog maar een paar uur oud zijn.
Historie van ‘Het Verdronken Land’
Het klinkt gek, maar eigenlijk is het gebied al lang niet meer verdronken. In de 17e eeuw, tijdens de 80-jarige oorlog met de Spanjaarden, werden de dijken van de polders van Saeftinghe doorgestoken en kreeg het water vrij spel. De dijken zijn hier nooit meer hersteld en nu zie je het effect van eeuwen opslibbing met zand en kleideeltjes uit de Schelde: Saeftinghe ligt meters hoger dan de omringende polders. Bij springvloed loopt het maaiveld maar net onder. Dit is dus het hoogstgelegen stukje Zeeland, op de duinen na dan.
Het gevolg is dat de vele getijdengeulen in Saeftinghe diep zijn ingesleten in de kleigrond en hier en daar loodrechte oevers hebben. Een soort Zeeuwse canyons dus! Vlak bij de zeedijk zijn de geulen zeer smal, diep en uiterst glibberig. Meer naar de Schelde toe worden de geulen breed en bestaat de bodem uit zand, omdat de stroomsnelheid van het water daar groter is. Kortom, een gebied met veel dagelijkse dynamiek. Elke keer als ik het bezoek ziet het er dan ook anders uit.