Even ten noorden van Venlo ligt het Zwart Water met daarin de Venkoelen, wat ‘veenkuilen’ betekent. Het is een groot ven, ontstaan door het afgraven van veen. Rond het ven liggen vochtige graslanden (kans op reeën) en droge bossen met vooral veel sparren.
De Ravenvennen lagen vroeger in een uitgestrekt heidegebied, maar rond 1935 beplantte men het gebied met dennen. Nu liggen de vennen in een semi-open landschap omringd door (naald)bos.